This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
4.3 Afstand,tijd-diagram
Slide 1 - Slide
leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
een afstand,tijd-diagram tekenen en aflezen;
snelheden bepalen uit afstand,tijd-grafieken.
Slide 2 - Slide
Je fiets 18 km/h. Wat is de snelheid in m/s?
A
5 m/s
B
64,8 m/s
C
18 m/s
D
36 m/s
Slide 3 - Quiz
Je fiets 5 km naar school. Je doet er een kwartier over. wat is je gemiddelde snelheid?
A
25 km/h
B
20 km/h
C
15 km/h
D
17,5 km/h
Slide 4 - Quiz
Afstand, tijd-diagram
Een afstand,tijd-diagram laat op elk tijdstip zien welke afstand is afgelegd.
De computer op de fiets van de wielrenner heeft een klok en een gps.
De stopwatch begint aan het begin van de rit te lopen. De gps meet op elk tijdstip de afstand die de wielrenner heeft afgelegd.
Slide 5 - Slide
Tabel maken
Met de meetgegevens kan je een tabel invullen.
Zet bovenin de tabel de grootheid en de
eenheid en daaronder zet je de getallen.
Slide 6 - Slide
Diagram maken
Zet de grootheden bij de juiste assen.
Verdeel de assen gelijk.
De gegevens uit de tabel zet je
in een diagram.
Slide 7 - Slide
Stappenplan voor tabel en diagram maken
Slide 8 - Slide
Aflezen afstand, tijd-diagram
In een afstand,tijd-diagram kun je het volgende zien:
Als de grafiek horizontaal loopt, dan is de snelheid nul.
Als de grafiek zeer steil omhoog loopt, dan is de snelheid groot.
Als de grafiek weinig steil omhoog loopt, dan is de snelheid klein.
Met het begin- en eindpunt van de grafiek kun je de totale afstand en de totale tijd bepalen. De gemiddelde snelheid bereken je dan met de formule uit de vorige paragraaf:
gemiddeldesnelheid=tijdafstand
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Opdracht In tweetallen in Lessonup
Wat: Filmpje Femke Heemskerk
Bekijk het filmpje.
Zet de afstand en tijd van Femke van elke 50 meter in een tabel.