Hoofdstuk 4 paragraaf 3

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4 Bewegen

Paragraaf 4.3 Afstand, tijd-diagram

Werkwijze les

1) LessonUp doornemen

2) Opdracht maken

3) Maken hoofdstuk 4 paragraaf 3

           Start vanaf vraag 38

20 minuten

10 minuten

Klaar --> Ga verder in bonusboekje of maak een extra opdracht

Leerdoelen

• Je kunt een afstand,tijd-diagram tekenen en aflezen.
• Je kunt snelheden berekenen uit afstand, tijd-grafieken.

Begrippen

Afstand, tijd-diagram:

Laat op elk tijdstip zien welke afstand is afgelegd.

En je kunt berekenen wat de gemiddelde snelheid is.

Hoe maak je een afstand,tijd- diagram?

Met meetgegevens kan je een tabel invullen.

Zet bovenin de tabel de grootheid en de

eenheid en daaronder zet je de getallen. 

Hoeveel tijd gaat er steeds voorbij tussen de

afstandsmetingen door?

Diagram maken

1. Zet de grootheden bij de juiste assen. 
2. Zet tussen haakjes de eenheid waarin                                              je meet (km of m, h of s)
3. Verdeel de assen gelijk op. In de hoek staat 0
4. Dit noem je de schaalverdeling
5. De gegevens uit de tabel zet je

       in een diagram. Trek een vloeiende lijn.

Wat staat bij een afstand-tijd-diagram altijd op de horizontale as?

1. Afstand
2. Tijd

Zet in de juiste volgorde om een grafiek te maken.

1.

2.

3.

4.

Zet de punten in het diagram.

Teken de grafiek (de lijn).

Teken een assenstelsel.

Zet de grootheden en eenheden bij de juiste as. En maak een regelmatige schaalverdeling.

Wat is de afstand na 0,5 uur?

1. 0,5 km
2. 10 km
3. 12,5 km
4. 20 km

Hoeveel tijd is er voorbij als
de fietser 30 km heeft gefietst?

1. 1 h
2. 1,2 h
3. 1,4 h
4. 1,5 h

De snelheid in een afstand, tijd-diagram

Horizontale lijn: dan is de snelheid nul

Zeer steile lijn: dan is de snelheid groot

Weinig steile lijn: dan is de snelheid klein

Soort beweging

A = Snelheid blijft hetzelfde                                 (constant 5 m/s)

B = Fietser staat stil

C = Snelheid blijft hetzelfde                                 (constant 10 m/s, grafiek is ook steiler dan bij A)

D = Fietser staat stil

In een afstand, tijd-diagram loopt de grafiek met een rechte schuine lijn omhoog. Dit wil zeggen...

1. Het staat stil.
2. De snelheid neemt af.
3. De snelheid blijft hetzelfde.
4. De snelheid neemt toe.

In een afstand, tijd-diagram loopt de grafiek horizontaal. Dit wil zeggen...

1. Het staat stil.
2. De snelheid neemt af.
3. De snelheid blijft hetzelfde.
4. De snelheid neemt toe.

In een afstand, tijd-diagram loopt de grafiek omhoog die steeds minder steil gaat. Dit wil zeggen...

1. Het staat stil.
2. De snelheid neemt af.
3. De snelheid blijft hetzelfde.
4. De snelheid neemt toe.

Uit deze grafiek kun je de 

gemiddelde snelheid berekenen:

Afstand =

Tijd =

Gemiddelde snelheid:

wat is de gemiddelde snelheid hier?

afstand =

tijd =

gemiddelde snelheid = 

Opdracht In tweetallen in Lessonup

Wat: Filmpje Femke Heemskerk

1. Bekijk het filmpje.
2. Zet de afstand en tijd van Femke van elke 50 meter in een tabel. 
3. Teken dit in een diagram.
4. Bereken de snelheden per 50 meter.
   
5. Wat is de gemiddelde snelheid over 200 meter?
   

Waar: filmpje staat op de volgende                   slide.

Hoe: in tweetallen en rustig

Hulp: docent en boek

Tijd: 10 min

Klaar: maak de opdrachten van H4.3                 in je werkboek

https:

Werkwijze les

1) LessonUp doornemen

2) Opdracht maken

3) Maken hoofdstuk 4 paragraaf 3

           Start vanaf vraag 38

20 minuten

10 minuten

Klaar --> Ga verder in bonusboekje of maak een extra opdracht

Leerdoelen

• Je kunt een afstand,tijd-diagram tekenen en aflezen.
• Je kunt snelheden bepalen uit afstand, tijd-grafieken.