This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.
Die samenhang heet VERBAND IN EEN TEKST.
Door te letten op tekstverbanden begrijp je een tekst beter.
Signaalwoorden verbinden woorden, zinnen, en alinea's.
Ze geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen.
- je kunt signaalwoorden in teksten herkennen
- je kunt concluderende, oorzakelijke, redengevende en voorwaardelijke verbanden in teksten herkennen
TEKSTVERBANDEN
EERDER LEERDE JE
- CHRONOLOGISCH VERBAND
- OPSOMMEND VERBAND
- TEGENSTELLEND VERBAND
- TOELICHTEND VERBAND
- chronologisch verband
- opsommend verband
- tegenstellend verband
- toelichtend verband
- redengevend verband
- oorzakelijk verband
- concluderend verband
(en meer)
Een concluderend verband geeft een conclusie aan die in de tekst wordt getrokken.
SIGNAALWOORDEN
bij concluderend verband
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend
VOORBEELD
concluderend verband
Ik heb thuis honden, katten, kanaries en een salamander. Kortom: ik heb een hoop huisdieren.
Een redengevend verband geeft aan
waarom iemand iets doet of vindt.
bij redengevend verband
- want - omdat - daarom - dus -
de reden hiervoor is - het argument is
redengevend verband
Voor het proefwerk van biologie had ik een slecht cijfer,
want ik heb er niet goed voor geleerd.
De reden van het slechte cijfer is
dat ik niet geleerd heb voor het proefwerk.
Een oorzakelijk verband geeft aan
waarom iets gebeurt. Het lijkt op het redengevend verband, maar het verschil is dat je bij een reden zelf besluit om iets wel of neit te doen.
bij oorzakelijk verband
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij
oorzakelijk verband
Doordat het glad is, gaan veel fietsers onderuit.
oorzaak= gladheid
gevolg = veel fietsers gaan onderuit