BS 7.1: een constant inwendig milieu

BS 7.1: een constant inwendig milieu
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS 7.1: een constant inwendig milieu

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg BS 7.1
  3. Opdrachten maken
  4. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Slide

Leerdoel
  • Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd

Slide 3 - Slide

Inwendig milieu
Weefselvloeistof en bloedplasma
  • Constant houden van de samenstelling van het inwendige milieu vindt plaats door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
  • Hormonen, zintuigen en zenuwcellen spelen hierin een belangrijke rol


Slide 4 - Slide

Welk orgaan doet aan uitscheiding?
A
Spieren
B
Lever
C
Nieren
D
Geel beenmerg

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Opname
Een tekort aan bepaalde stoffen wordt voorkomen, doordat regelmatig stoffen worden opgenomen uit het uitwendige milieu
Bijvoorbeeld:
  • Darmkanaal: opname voedingsstoffen
  • Longen: opname van zuurstof

 

Slide 7 - Slide

Opslag
Stoffen waarvan een teveel aanwezig is in het inwendige milieu, worden in bepaalde organen opgeslagen
  • In lever: glucose, mineralen, vitamines
  • In spieren: glucose (wordt omgezet in glycogeen)
  • Onder de huid: vet 
  • In geel beenmerg (lange beenderen): vet

Slide 8 - Slide

Uitscheiding
Overtollige en/of schadelijke stoffen worden aan het inwendige milieu onttrokken en uit het lichaam verwijderd

  • Nieren: water en afvalstoffen
  • Lever: afvalstoffen
  • Longen: koolstofdioxide

Slide 9 - Slide

Waar liggen de eilandjes van Langerhans?
A
In de huid
B
In de alvleesklier
C
In de lever
D
In de nieren

Slide 10 - Quiz

Eilandjes van Langerhans
In de alvleesklier
Produceert insuline en glucagon
  • Regelen het glucose gehalte van het bloed. Het glucose gehalte wordt zo constant gehouden.

Niet op te slaan in lichaam
Wel op te slaan in lichaam

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Glucosegehalte

Slide 13 - Slide

Concentratie glucose in bloed
Insuline concentratie
Glucagon concentratie
Hoog
Laag
Stijgt
Stijgt
Daalt
Daalt

Slide 14 - Drag question




Veel glucose in bloed:
  • veel insuline
  • weinig glucagon
  • glucose wordt glycogeen



Weinig glucose in bloed: 
  • weinig insuline
  • veel glucagon
  • glycogeen wordt glucose
Samenvatting

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken
BS 7.1: opdrachten 1 t/m 4

Slide 16 - Slide

Wat hebben we geleerd?
  1. Welke drie processen zorgen voor het constant houden van een inwendig milieu?
  2. Hoe heten de klieren die hormonen maken in de alvleesklier?
  3. Welke hormonen maken deze klieren?
  4. Wanneer zit er veel insuline in het bloed?
  5. Wanneer zit er veel glucagon in het bloed?

Slide 17 - Slide