Hoe vraag je:
* In welke klas zit je? * Wat is je lievelingsvak?
* In welke vakken ben je goed? * Welke vakken zul je later hebben?
* Wat wil je later doen? Waarom wil je dit beroep doen?
Hoe zeg je:
* Ik zit in de 3e klas op het Nieuwe Eemland.
* Dat is beeldende kunst omdat ik tekenen leuk vind.
* Ik ben heel goed in geschiedenis maar ik haal goede cijfers over het algemeen.