1.6 In de winkel

Les 6 (1.6): In de winkel.
Aan het einde van deze les kun je 
  • Producten op een slimme manier in de winkel plaatsen. 
  • In de gaten houden of de producten er goed uitzien in de winkel. 
  • Producten in de winkel verzorgen. 

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Les 6 (1.6): In de winkel.
Aan het einde van deze les kun je 
  • Producten op een slimme manier in de winkel plaatsen. 
  • In de gaten houden of de producten er goed uitzien in de winkel. 
  • Producten in de winkel verzorgen. 

Slide 1 - Slide

Welke uitspraak klopt bij dit plaatje?
A
De artikelen zijn massaal gepresenteerd.
B
De artikelen zijn mooi gepresenteerd.

Slide 2 - Quiz

Welke uitspraak klopt bij dit plaatje?
A
De artikelen zijn massaal gepresenteerd.
B
De artikelen zijn mooi gepresenteerd.

Slide 3 - Quiz

De Winkelroute
Winkeliers richten hun winkel vaak in met een bepaalde route van binnenkomst naar de kassa. Deze route richten ze bewust in om de winkel voor klanten zo prettig mogelijk te maken. Dit verhoogt de verkoop. 

Slide 4 - Slide

Wat wordt bedoeld met de Winkelroute?
A
De route die de medewerkers volgen om de vakken te vullen.
B
De route van de leverancier naar de winkel.
C
De route die klanten volgen voordat ze bij de kassa komen.

Slide 5 - Quiz

Wat is de bedoeling van de winkelroute?
A
Klanten zijn zo snel mogelijk bij de kassa.
B
Hoe langer de route, hoe meer producten klanten zien en kopen.
C
Klanten kunnen de producten makkelijk vinden en bekijken.
D
Zowel B en C zijn waar.

Slide 6 - Quiz

Schappenplan
Je kunt producten op verschillende manieren presenteren, bijv in stellingkasten of op tafels. Sommige winkels maken een tekening waar de producten moeten staan. Dit wordt een schappenplan genoemd. 

Slide 7 - Slide

De bedoeling van een schappenplan is dat de klant de producten goed kan vinden. Welke uitspraak past bij een goed schappenplan?
A
Producten van dezelfde productgroep staan bij elkaar.
B
Goedkope producten staan op ooghoogte, de duurdere producten staan hoger.

Slide 8 - Quiz

Op welke manier zijn de producten in het plaatje gepresenteerd?
A
In een stellingkast
B
Op een presentatietafel
C
In de etalage

Slide 9 - Quiz

Op welke manier zijn de producten in het plaatje gepresenteerd?
A
In een stellingkast
B
Op een presentatie tafel
C
In de etalage

Slide 10 - Quiz

Spiegelen
  1. De producten worden vóór in het schap geplaatst. 
  2. Het schap lijkt hierdoor goed gevuld. 
  3. De klant heeft overzicht op de producten. 
  4. Tijdens het spiegelen ziet de medelwerker wanneer een product bijna op is. 
  5. De schappen zien er netjes uit. 

Slide 11 - Slide

Wat betekend FIFO
A
First In, First Out
B
Fit en Food
C
Fris en Fruitig

Slide 12 - Quiz

Wat wordt bedoeld met First In, First Out?
A
De werknemer die als eerste binnen komt mag als eerste weg.
B
De producten die het oudst zijn worden vooraan in het schap geplaatst zodat ze als eerste verkocht worden.
C
De werknemer die als laatste is komen werken wordt als eerste ontslagen.
D
Je voorziet alle producten van een houdbaarheidsdatum.

Slide 13 - Quiz

Een winkelier maakt de winkel aantrekkelijk voor klanten door de winkel bewust in te richten. Dit doet de winkelier door...
A
FIFO en spiegelen.
B
Een snelle winkelroute.
C
Een mooie productpresentatie.
D
Een vaste winkelroute, een schappenplan en het spiegelen van de producten.

Slide 14 - Quiz