Lees steeds de fragmenten. Na afloop van ieder fragment, krijg je de vraag in welk perspectief het fragment is geschreven.
Ik-perspectief = Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens de ik-verteller.
Personaal (hij/zij-) perspectief = Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Je hebt hier te maken met een hij/zijverteller (= personale verteller)
Alwetend of auctoriaal perspectief = De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen
Meervoudig perspectief = meer dan 1 personage is de verteller