Les 37 (05-03)

Cours du 5 mars
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Cours du 5 mars

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Deel I: Huiswerkcontrole + nakijken
      - paragraaf H
  • Les couleurs
  • Deel II: Tâche
  • Afsluiting
  • Les devoirs
    

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Presentie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Na de les....

...kun je de werkwoorden 'vouloir' en 
   'pouvoir' gebruiken. 

...kun je een uitnodiging schrijven van ongeveer 30 woorden. 




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkcontrole

P.124-126
- ex. 31a, d, e, f

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nakijken

P.124-126
- ex. 31a, d, e, f

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Nakijken

P.124-126
- ex. 31a, d, e, f

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Jeu: sta op als...
We gaan een kort spelletje doen om te oefenen met jezelf beschrijven en de kleuren.

De spinner geeft aan wanneer 
je op moet staan. Als de spinner 
bijvoorbeeld stopt bij 
'il/elle a les yeux bleus' en dat heb
jij, dan sta je op.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Starten met een schrijfopdracht
Hoe doe je dat eigenlijk?

- Probeer zoveel mogelijk meteen in het Frans te schrijven. 
- Maak hierbij gebruik van de Phrases Clés C en G en vervang de schuingedrukte woorden.
- Weet je een woord niet? Gebruik dan de 'Lexique' of een online woordenboek. 
- Let altijd op de woordvolgorde:
   Ik ga vanavond mijn huiswerk maken - Je vais faire mes devoirs ce soir.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Deel II
Zie bord voor aanwijzingen.

Tâche:
1. Stel de persoon voor (naam, leeftijd, beroep, hobby's, 
    gezin, woonplaatsetc.)
2. Presenteer jouw 'model' (Il a la taille ...., Il/Elle a les 
    cheveux....., Il/Elle a les yeux ......
3. Beschrijf de kleding van jouw 'model'. Denk aan: 
    kledingstukken, kleuren, etc.
   (Il/Elle porte ....)
4. Beschrijf de kledingstijl (Il/Elle a une style....., Il/Elle aime 
    porter ......)
5. Leg uit waarom jij deze persoon gekozen hebt. (Je l'ai 
    choisi, parce que .....)

Slide 11 - Slide


Tâche:
- Zoek een goeie foto van de stijl van je beroemdheid.
- Print deze uit. (vraag wel even toestemming)
- Begin je beschrijving > klad tekst
- Check of je beschrijving voldoet aan de eisen>
- Minimaal 75 woorden, maximaal 100.
Afsluiting
...kun je een tekst over grappige cadeaus begrijpen.

...ken je woorden die iets te maken hebben met iets kopen. 

Noem één cadeau die jij grappig vond en zelf zou willen kopen uit texte F.

Noem eens één woord die jij onthouden hebt uit texte F

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- ex. 24, 25a en b, 26a en b, 27a, b en c

Apprendre (leer) voca F.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions