Karel de Grote was voor zijn bestuur afhankelijk van medestrijders.
Zij kregen land en een titel (hertog - graaf) van hem onder voorwaarden:
1. Trouw zweren aan de Karel de Grote
2. Beheren van zijn land. (orde en veiligheid)
3. Ridders leveren in geval van oorlog.
4. Karel verzorgen als hij op bezoek kwam
5. Karel adviseren als hij erom vroeg
Karel = leenheer, de anderen leenman