Casussen anamnesegesprek

Casussen anamnesegesprek
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnHBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Casussen anamnesegesprek

Slide 1 - Slide

Welke slikproblemen constateerde de logopedist bij mevrouw Jaspers?
A
Een gedeeltelijke slikstoornis waarvoor een neugmaagsonde werd geplaatst
B
Mevrouw kon geen vast voedsel meer doorslikken
C
Er waren geen slikproblemen
D
Ze had een volledige slikstoornis

Slide 2 - Quiz

Wat is de voornaam van de vrouw meneer Boersma?
A
Brenda
B
Liza
C
mevrouw Boersma
D
Brecht

Slide 3 - Quiz

Welke aandoeningen heeft Gerda onder andere?

A
Diabetes en COPD
B
Reumatoïde artritis en schildklierproblematiek
C
Depressie
D
Multiple sclerose en angina pectoris

Slide 4 - Quiz

Wat was een van de uitkomsten van het gesprek met de psychiater?
A
Gerda moet naar een revalidatiecentrum
B
Gerda wordt aangemeld voor een spoedintake bij ABD
C
Gerda wordt opgenomen in een gesloten afdeling
D
Gerda krijgt medicatie voor acute stress

Slide 5 - Quiz

Wat waren Ale's eet- en drinkgewoonten thuis?
A
Hij at regelmatig en dronk voldoende water
B
Hij at te weinig en dronk alleen koffie in de ochtend
C
Hij at normaal maar dronk geen koffie of water
D
Hij at gevarieerd, maar dronk nauwelijks iets

Slide 6 - Quiz

Wat was de reden dat meneer Simons tien jaar geleden een medische ingreep onderging?
A
Longcarcinoom
B
Larynxcarcinoom
C
Levermetastasen
D
Hartfalen

Slide 7 - Quiz

Wat was het resultaat van de FAST-test uitgevoerd door de buurvrouw bij mevrouw Jaspers?
A
Geen afwijkingen
B
Slechts een lichte spraakstoornis
C
Problemen met de linkerarm, onduidelijke spraak en onduidelijkheid over de tijdsduur
D
Problemen met beide armen en benen

Slide 8 - Quiz

Waarom werd besloten dat Ale en Brecht niet langer zelfstandig konden wonen?
A
Ze konden niet meer voor elkaar zorgen en hadden beiden zorg nodig
B
De kinderen vonden dat hun ouders beter verzorgd moesten worden
C
Hun huis werd verkocht vanwege financiële problemen
D
De huisarts gaf aan dat zelfstandig wonen niet verantwoord was

Slide 9 - Quiz

Wat maakt mevrouw Jaspers somber tijdens haar revalidatie?
A
Ze heeft moeite om zich verstaanbaar te maken
B
Ze voelt zich eenzaam na het overlijden van haar man
C
Haar mobiliteitsproblemen en onzekerheid over zelfstandigheid
D
Een slechte relatie met haar broer

Slide 10 - Quiz

Hoe communiceert meneer Simons na zijn laryngectomie?
A
Via een stemprothese
B
Met gebarentaal
C
Door middel van pen en papier
D
Door te typen op een apparaat

Slide 11 - Quiz

Wat is de naam van Gerda's man?
A
Rudie
B
Peter
C
Mark
D
Johan

Slide 12 - Quiz

Welke complicatie werd vastgesteld tijdens de opname van mevrouw Jaspers?
A
Een pneumonie vastgesteld via een X-thorax
B
Een hartritmestoornis
C
Een maagbloeding
D
Een infectie aan de urinewegen

Slide 13 - Quiz

Wat is een belangrijk symptoom waar meneer Simons last van heeft in het hospice?
A
Kortademigheid en rugpijn
B
Koorts en pijn op de borst
C
Hoofdpijn en misselijkheid
D
Buikpijn, zwakte en droge mond

Slide 14 - Quiz

Welke psychische stoornissen zijn bij Gerda vastgesteld?
A
Depressie en angststoornis
B
Bipolaire stoornis en schizofrenie
C
Autismespectrumstoornis en angststoornis
D
Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en PTSS

Slide 15 - Quiz

Wat is een aandachtspunt bij de revalidatie van mevrouw Jaspers?
A
Ze heeft een verhoogd risico op epilepsie
B
Ze heeft geen contactpersonen in haar omgeving
C
Haar broer is overbelast en ze maakt zich zorgen over zelfstandigheid
D
Haar hartfunctie is verminderd

Slide 16 - Quiz

Wat maakt de nieuwe omgeving moeilijk voor Ale?
A
Hij mist vertrouwde routines en omgeving
B
Hij heeft moeite met het volgen van regels
C
Hij heeft te veel sociale contacten
D
Hij heeft geen privacy in het verpleeghuis

Slide 17 - Quiz

Waar heeft meneer Simons een sterke voorkeur om zijn laatste dagen door te brengen?
A
In het ziekenhuis
B
Thuis
C
Bij zijn zoon
D
In het hospice

Slide 18 - Quiz

Welke optie is besproken door de verpleegkundige van het PATZ-team voor meneer Simons?
A
Palliatieve sedatie
B
Chemotherapie
C
Beademing

Slide 19 - Quiz

Wat was Gerda's reactie tijdens de ruzie met Rudie?
A
Ze liep boos weg
B
Ze vroeg om relatietherapie
C
Ze belde haar kinderen voor steun
D
Ze dreigde met suïcide en nam een overdosis medicatie

Slide 20 - Quiz

Welke hulp heeft Gerda gekregen via 113online?
A
Online chat met een hulpverlener
B
Een telefonische interventie
C
Een groepssessie voor emotionele ondersteuning

Slide 21 - Quiz