- You learn how to use modals(hulpww) and you learn about time and vocabulary
Slide 2 - Slide
Stone 4 p.104
Slide 3 - Slide
Stone 4 p.104
Your turn now !
Schrijf de vertaling in het Engels op je blaadje
Hoe laat is het?
Zou u mij kunnen vertellen hoe laat het is?
Wat is de tijd alstublieft?
Slide 4 - Slide
Stone 4
Schrijf de vertaling in het Engels op je blaadje
Het is kwart over twee
Het is half 3
Het is 10 voor twee
Het is 4 uur
Slide 5 - Slide
Stone 4
Check your spelling
Slide 6 - Slide
Stone 4
Check your spelling
Slide 7 - Slide
Grammar: short yes/no answers
In het Engels is het niet beleefd om alleen yesor note zeggen op een vraag. Hiervoor gebruik je naast yes or no een korte zin. Dit noemen we de short yes/no answers.
short= kort
Slide 8 - Slide
Grammar 4 : short yes/no answers
In deze korte zin herhaal je het eerste werkwoord uit de vraag. Daarvoor zet je het juiste voornaamwoord (I/you/he/she..). Staat die er niet duidelijk in? Bedenk dan welke je moet gebruiken (my mother = she).
DoesAnne know the way to the cinema?
Yes, shedoes / No, shedoes not (not bij een ontkenning)
Wouldthey like to come to my party?
Yes, theywould / No theywould not (not bij een ontkenning)
Slide 9 - Slide
We beginnen met de short yes/no answers
Slide 10 - Slide
Grammar: short yes/no answers
In deze korte zin herhaal je het eerste werkwoord uit de vraag. Daarvoor zet je het juiste voornaamwoord (I/you/he/she..). Staat die er niet duidelijk in? Bedenk dan welke je moet gebruiken (my mother = she).
DoesAnne know the way to the cinema?
Yes, shedoes / No, shedoes not (not bij een ontkenning)
Wouldthey like to come to my party?
Yes, theywould / No theywould not (not bij een ontkenning)
Slide 11 - Slide
Grammar: short yes/no answers
Wanneer er een vraag direct aan JOU gesteld wordt (bijvoorbeeld Are you going out tonight?) verandert het werkwoord mee naar de juiste vorm.
Je zegt niet: Yes, I are
Je zegt: Yes, I am
Slide 12 - Slide
Grammar: short yes/no answers
Could
Would
Should
3x M=
Must
May
Might
Can
Will/Shall
Need
Be-> am, is, are, was, were
Have
Weet je nog?
hulpwerkwoorden
Slide 13 - Slide
Grammar: short yes/no answers
Wanneer je een vraag moet beantwoorden met een ander werkwoord (dus geen hulpww) dan gebruik je altijd het ww DO bijvoorbeeld
Do you like icecream? Yes I do, No, I don't
Does she like icecream? Yes, she does of No, she doesn;t
J
Slide 14 - Slide
Grammar: short yes/no answers
Let's practise!
Short yes and no questions
Exercise 2
Slide 15 - Slide
Homework
Do : p.108+109 ex. 30,31,32
Study: P. 130 Voc. A + P. 108, 109 Grammar 4 + stone 4