In het Engels is het niet beleefd om alleen yes or no te zeggen op een vraag. Hiervoor gebruik je naast yes or no een korte zin. Dit noemen we de short yes/no answers.
Slide 4 - Slide
Grammar: short yes/no answers
In deze korte zin herhaal je het eerste werkwoord uit de vraag. Daarvoor zet je het juiste voornaamwoord (I/you/he/she..). Staat die er niet duidelijk in? Bedenk dan welke je moet gebruiken (my mother = she).
DidAnne know the way to the cinema?
Yes, shedid / No, shedid not (not bij een ontkenning)
Wouldthey like to come to my party?
Yes, theywould / No theywould not (not bij een ontkenning)
Slide 5 - Slide
Grammar: short yes/no answers
Wanneer er een vraag direct aan JOU gesteld wordt (bijvoorbeeld Are you going out tonight?) verandert het werkwoord mee naar de juiste vorm.