Havo 2 Paragraaf 5.2

Vandaag
Paragraaf 5.2 keuze:
* Zelf uitzoeken
* Uitleg

Lesafsluiting
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag
Paragraaf 5.2 keuze:
* Zelf uitzoeken
* Uitleg

Lesafsluiting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt rekenen met de formule voor gemiddelde snelheid
Je kunt de snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd

Slide 2 - Slide

Het probleem
Elke dag reis ik 19 kilometer met de trein.
Met de intercity doe ik daar 15 minuten over.
Met de sprinter doe ik daar 20 minuten over.

Ik wil de gemiddelde snelheid van beide treinen weten in 
km/h en m/s

Slide 3 - Slide

De opdracht
Je gaat proberen dit probleem zelf op te lossen met behulp van het boek & eventueel hulp op Youtube.

Als je er met het boek en het filmpje niet uitkomt,
mag je hulp vragen van de docent.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Neem de gegevens over!
Elke dag reis ik 19 kilometer met de trein.
Met de intercity doe ik daar 15 minuten over.
Met de sprinter doe ik daar 20 minuten over.

Ik wil de gemiddelde snelheid van beide treinen weten in 
km/h en m/s

Slide 6 - Slide

Uitleg
De trein rijdt niet constant met dezelfde snelheid:
Hij moet stoppen bij het station, hij trekt op, remt af, etc.

De snelheid tijdens de hele reis is daarom niet handig om mee te werken en daarom werken we met de gemiddelde snelheid.

Slide 7 - Slide

Uitleg
De gemiddelde snelheid is de snelheid die zou moeten rijden tijdens de hele reis om dezelfde afstand af te leggen.

Als je in 1 uur 3 kilometer loopt en het uur daarna nog 5 kilometer, heb je totaal 8 kilometer afgelegd in 2 uur.

Je had ook elk uur 4 kilometer kunnen lopen, dan.

Slide 8 - Slide

Uitleg
De gemiddelde snelheid kan je uitrekenen met de volgende formule:

vgem = s / t
vgem = gemiddelde snelheid (in km/h)
s = afstand (in km)
t = tijd (in uur)

Slide 9 - Slide

Uitleg
vgem kan in km/h of in m/s gegeven worden.
In de formule 
vgem = s / t 
veranderen s & t dan ook van eenheid:
s (afstand) in km of meter
t (tijd) in uur of seconde

Slide 10 - Slide

Uitleg
km/h kan je omrekenen naar m/s en omgekeerd.
Je gebruikt hierbij de 'omrekenfactor': 3,6.
10 m/s = 36 km/h

Dus van m/s naar km/h: maal 3,6
van km/h naar m/s: gedeeld door 3,6

Slide 11 - Slide

Neem de gegevens over!
Elke dag reis ik 19 kilometer met de trein.
Met de intercity doe ik daar 15 minuten over.
Met de sprinter doe ik daar 20 minuten over.

Ik wil de gemiddelde snelheid van beide treinen weten in 
km/h en m/s

Slide 12 - Slide

Opdracht gemaakt?
Maak dan in je boek:
Opgave 1 t/m 5

Slide 13 - Slide