13-12-24

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Module 2 - les 4

"Wie schrijft, die blijft"

Nodig voor deze les:

• -

Programma

Lezen

Planning

Terugblik

Werkvorm zoek de fout

Theorie

Werken aan schrijfplan / eindproduct

Taalverzorging 

Lezen

Planning

Week	Week	Onderdeel	Les
47	18 - 22 november		1
48	25 - 29 november		2
49	2 - 6 december		3
50	9 - 13 december	Schrijfplan inleveren	4
51	16 - 20 december		5
52 en 01	23 december - 5 januari	Kerstvakantie
02	6 - 10 januari		6
03	13 - 17 januari		7
04	20 - 24 januari	Stageweek
05	27 - 31 januari	Bijzondere lesweek	30 januari 11.59u inleveren

Even opwarmen

Zoek de fout(en)!

Zoek de fout(en)!

Roodkapje had ondertussen een heleboel bloemen geplukt en toen ze er geen één meer kon dragen, dacht ze weer aan grootmoeder en ging ze op weg naar haar toe. Ze was verbaast dat de deur openstond en toen ze de kamer binnenkwam, vond ze het er zo vreemd dat ze dacht: "Wat vindt ik het hier griezelig vandaag, terwijl ik hier anders zo graag ben."

Verbaast, vindt ik

Boer Boris in de sneeuw

Berend zet een kopje thee en Boris snijdt een prei.

Hij maakt een groote pan met soep en bakt een brood erbij.

Dan gaan ze naar hun bed en als de haan ze s'ochtends wekt

is heel het land van voor af aan met verse sneeuw bedekt!

groote, s'ochtends

Daarbovenop is een torentje. En in dat torentje is een kamertje. En daar woont niemand in. Als je vlug bent, kun je in dat kamertje trekken. Maar je moet wel opschieten want anders is het misschien alweer bewoont.’ ‘Bedankt,’ zei Pluk en hij staptte dadelijk in z’n kraanwagentje en reed naar het flatgebouw. Hij zette z’n wagentje langs de stoep, ging de glazen deur binnen en staptte in de lift.

bewoont, staptte, stapptte

Schrijfplan

• Je hebt al een eerste opzet gemaakt.
• Hierna vind je nog meer inspiratie en tips voor het uitwerken van je schrijfplan.
• Kijk mee en voeg eventueel nog iets toe. 

Aantal woorden: minimaal 500

Tip:

Hou het aantal woorden in je achterhoofd en schrijf gewoon op wat je wilt vertellen.

Kijk daarna pas wat je kunt schrappen.

Onderwerp/thema

Probeer te kijken (en te denken) als een kind. 

Wat ziet een kind, waar worden ze blij van of juist verdrietig?

Activiteiten/thema's

Onderwerpen

• Seizoenen (zomer, lente, herfst, winter)
• Tijd (klok kijken, geschiedenis)
• Feestdagen (Kerst, Pasen, Sinterklaas)

• Houd het gezellig... (dus geen oorlog, drugs, geweld, discriminatie, enge monsters, draken, heksen, etc...) 

Ieder personage heeft een aantal basiskenmerken die je eigenlijk wel (voor jezelf) moet weten. Denk hierbij aan:

Mens, dier of ding

Geslacht

Leeftijd

Naam

Uiterlijke kenmerken

Wat vinden ze (niet) leuk

Wat hebben ze aan

Welke emotie(s) hebben ze / laten ze zien (verlegen, bang, gemeen)

Motieven

Talent

Tekortkoming

Personages

Locaties

De speeltuin

De school

De tuin

Een pretpark

In de straat / op het plein

Het park

Het strand

Het bos

……..

Gevoelens

Boos

Jaloers

Blij

Bang

Verdrietig

Schaamte

Schuld

Verbazing

Verlegen

Woede

Liefde

De regel van 'drie'

Nog wat laatste tips:

• Wees creatief in je opening.
  Dus niet: “In een ver donker bos was een verdwaald varken de weg kwijt.”
  Maar: “Help ik ben verdwaald”, knorde het varkentje, terwijl hij weer tegen dezelfde boom opliep.
  
  
• Het einde van het verhaal is de ontknoping. Het geeft de oplossing op de vraag of het probleem. De hoofdpersoon lost het probleem zelf op.
  
• Gebruik actie en ga niet beschrijven. Dus niet: “de koe was blij”, maar “de koe maakte vier bokkensprongen in de wei”. 
  
• Het verhaal wordt geïllustreerd. Vertel dus niet wat je ziet (of kan zien op de prenten). 
  

En als allerlaatste....

• Herschrijf, herschrijf, herschrijf.
  
• Leg het verhaal een aantal dagen weg en kijk nog eens kritisch. Kloppen de zinnen? Controleer op spelfouten, etc.
  

Werken aan schrijfplan/eindproduct

Taalverzorging

Les naar keuze uit map "Taalverzorging" LessonUp

N.B.: Docent bepaalt hier zelf waar de klas op dit moment aan toe is. De PPT geldt als een suggestie

Afsluiting & evaluatie

Ik ben lekker bezig!

Eh.....bezig? Wat moet ik doen dan?

Nou, ik heb inmiddels een idee wat ik wil gaan doen. Geef me nog even wat tijd.

Best wel. Ik heb een beginnetje gemaakt.

Ja hoor. Nog niet klaar, maar ik ben echt wel lekker bezig.

Absoluut! Ik ga als een trein!