This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Verhaalanalyse
De laatste loodjes
Slide 1 - Slide
Even terug naar vorige week...
Hoe zit het ook weer?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Open plekken leiden tot spanning.
A
niet waar
B
waar
Slide 4 - Quiz
Bij een flash back neemt de verteller je mee naar het verleden binnen het verhaal.
A
niet waar
B
waar
Slide 5 - Quiz
Een flash back/forward maakt een verhaal a-chronologisch.
A
niet waar
B
waar
Slide 6 - Quiz
Thema's en motieven
NN Literatuur, p. 28:
"Een verhaal heeft niet één betekenis. Het heeft de betekenis die jij erin leest. Dat betekent niet dat je zomaar alles over een verhaal of roman kunt beweren. Je moet he mening altijd kunnen onderbouwen met gegevens uit de tekst."
Slide 7 - Slide
Nieuwe begrippen
Thema: Het thema is datgene waarop de schrijver een visie heeft of waarvan hij de lezer aan het denken wil zetten.
Verhaalmotief: verhaalelement dat steeds terugkomt in de tekst.
Concreet motief: element dat letterlijk terugkomt, kun je aanwijzen.
Abstract motief: element dat niet letterlijk terugkomt, maar dat je zelf moet afleiden.
Slide 8 - Slide
Vraag 1 - Wat voor een soort man is Muller?
Slide 9 - Open question
Welke open plekken ontstaan in Tekst 1?
A
Waar Muller vertegenwoordiger van is.
B
Of Muller zal morsen met de vleessaus.
C
Waar het wegrestaurant zich bevindt.
D
Of er iets met Mullers koffertje gaat gebeuren.
Slide 10 - Quiz
Vraag 8 - Zijn Mullers trillende handen een concreet of abstract motief?
A
abstract
B
concreet
Slide 11 - Quiz
Vraag 10
Waarom is 'vooroordelen' een thema in het verhaal?
Slide 12 - Slide
Opdracht
Je gaat BO-rooms werken
A) Lees het fragment uit de ELO en beantwoord de vragen.