TRIAGE KD week 2

1 / 39
next
Slide 1: Slide
TriageMBOStudiejaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Onderwerpen
Koorts kind   
Obstipatie   
Keelklachten   
Armklachten   

  
 

 
 

Slide 2 - Slide

Koorts kind

Slide 3 - Slide

Wat is hyperthermie?
A
Koorts boven de 42 graden
B
Opwarming van het lichaam door externe factoren
C
Koorts boven de 40 graden
D
Koorts

Slide 4 - Quiz

Plotseling optredende bewegingen van armen en benen bij een kind met koorts, zie je vaak bij
A
Koortsstuip
B
Hyperthermie
C
Meningitis
D
Mazelen

Slide 5 - Quiz

Welke kinderziektes met vlekjes ken je?

Slide 6 - Mind map

Pak je wijzer erbij
Wat is de juiste urgentie in de volgende vragen

Slide 7 - Slide

Je hebt een kind met koorts en ontroostbaar huilen, welke vragen stel je nog?

Slide 8 - Open question

Koorts en petechiën.
welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 9 - Quiz

Koorts en bezoek aan de (sub)tropen de laatste 4 weken.
welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 10 - Quiz

Koorts en ernstig zieke indruk.
welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 11 - Quiz

Obstipatie

Slide 12 - Slide

Wat is obstipatie?
A
Geen ontlasting
B
Waterdunne ontlasting
C
de ontlasting is harder dan gewoonlijk
D
de ontlasting komt minder vaak en is harder dan gewoonlijk

Slide 13 - Quiz

Welke adviezen geef je bij obstipatie?

Slide 14 - Mind map

Waarom worden vezels geadviseerd bij obstipatie?
A
Vezels houden vocht vast waardoor ontlasting zacht blijft.
B
Vezels stimuleren de werking van de darmen
C
Alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

Welke ziekte wordt hiermee bedoeld:
darmobstructie gepaard gaand met hevige pijn, soms kolieken, opgezette buik en braken.
A
Invaginatie:
B
Hemorroïden
C
Ileus
D
Fissuri ani

Slide 16 - Quiz

Pak je wijzer erbij
Wat is de juiste urgentie in de volgende vragen

Slide 17 - Slide

Sonja heeft al 4 dagen geen ontlasting gehad, zij heeft sinds vanmorgen ook buikpijn
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 18 - Quiz

Mariam heeft al een week minder vaak ontlasting, deze is ook hard. Vanmorgen heeft zij 2x gespuugd.
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 19 - Quiz

De kraamverzorgster belt dat baby Joeri nog geen ontlasting heeft gehad.
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 20 - Quiz

Keelklachten

Slide 21 - Slide

Waarom kan een patient gaan kwijlen bij sommige aandoeningen?

Slide 22 - Open question

Welke ziekte zie je hier?

Slide 23 - Open question

ontsteking van het strotklepje noemen we ook wel:
A
Ziekte van Pfeiffer
B
Corpus alienum
C
Peritonsillair abces
D
Epiglottitis

Slide 24 - Quiz

Bij dit ziektebeeld heeft de patiënt moeite heeft met het openen van de mond en veel last heeft met slikken
A
Ziekte van Pfeiffer
B
Corpus alienum
C
Peritonsillair abces
D
Epiglottitis

Slide 25 - Quiz

Dit wordt veroorzakt door het Epstein-Barrvirus
A
Ziekte van Pfeiffer
B
Corpus alienum
C
Peritonsillair abces
D
Epiglottitis

Slide 26 - Quiz

Pak je wijzer erbij
Wat is de juiste urgentie in de volgende vragen

Slide 27 - Slide

Keelpijn langer dan een week en zieke indruk
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 28 - Quiz

Kwijlen en hoorbare ademhaling
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 29 - Quiz

Ernstig zieke indruk
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 30 - Quiz

Sterk verminderde weerstand
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 31 - Quiz

Armklachten

Slide 32 - Slide

Met pus gevulde holte
A
Paronychium
B
Panaritium
C
Abces
D
Bursitis

Slide 33 - Quiz

Acute voortschrijdende etterige ontsteking aan de buigzijde van een vinger
A
Paronychium
B
Panaritium
C
Abces
D
Bursitis

Slide 34 - Quiz

Ontsteking van een slijmbeurs (bursa)
A
Paronychium
B
Panaritium
C
Abces
D
Bursitis

Slide 35 - Quiz

Een omloop is een ontsteking van de nagelriem die ernstig kloppende pijn geeft
A
Paronychium
B
Panaritium
C
Abces
D
Bursitis

Slide 36 - Quiz

Pak je wijzer erbij
Wat is de juiste urgentie in de volgende vragen

Slide 37 - Slide

Kees heeft last van zijn arm, zijn arm is bleek en koud
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 38 - Quiz

Jacey heeft een gebroken pols en daarvoor gips sinds vanmorgen heeft hij pijn en zijn vingers zijn blauw
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 39 - Quiz