PTA 3.1 Brievenboek

Brievenboek
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Brievenboek

Slide 1 - Mind map


In een brievenboek noteer je:


A
Alleen de interne post.
B
Alleen alle aangetekende post.
C
Alle inkomende en uitgaande post.
D
Alleen de uitgaande post

Slide 2 - Quiz

Wat is een voordeel voor het bedrijf om hun uitgaande post te registreren?

Slide 3 - Open question

Waarom is het belangrijk om inkomende post te registreren?

Slide 4 - Open question

Waarom registreren we inkomende post?
A
Om na te gaan of post is aangekomen.
B
Om spam te voorkomen.
C
Om klanten tevreden te houden.
D
Om na te gaan wie het heeft behandeld.

Slide 5 - Quiz

Wat is een voordeel voor het bedrijf om hun uitgaande post te registreren?
A
Men kan uitzoeken of een poststuk is verstuurd.
B
Men kan de post goedkoper versturen.
C
Men kan uitzoeken wanneer het poststuk is binnengekomen bij het bedrijf.
D
Men weet dan dat de geadresseerde het poststuk heeft ontvangen.

Slide 6 - Quiz

Vertrouwelijke en persoonlijke post apart leggen.
Ingekomen post verwerk je volgens zes stappen. Wat is de juiste volgorde? 
Sleep de stappen in de juiste volgorde. De eerste stap is al gegeven.

Datumstempel op de poststukken zetten.
Post openen die geopend mag worden.
Post sorteren.
Poststukken registreren.
Post verspreiden.

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

DHL bezorgt bij de voetbalclub een groot pakket. De afdeling marketing heeft stickers besteld. Deze worden vandaag bezorgd. Dit is voor de voetbalclub een voorbeeld van?
A
Inkomende post
B
Interne post
C
Uitgaande post

Slide 10 - Quiz

De afdeling abonnementen stuurt vandaag de nieuwe pasjes naar de voetbalfans. Er gaan 26.000 pasjes de deur uit. Dit is voor de voetbalclub een voorbeeld van?

A
Inkomende post
B
Interne post
C
Uitgaande post

Slide 11 - Quiz

Wat voor post is niet inkomend?
A
Inkoopfactuur
B
Offerte
C
Verkoopfactuur
D
Bankafschrift

Slide 12 - Quiz

Een bankafschrift gaat naar de afdeling
A
Administratie
B
Inkoop
C
Verkoop
D
Bank

Slide 13 - Quiz

Een order gaat naar de afdeling
A
Administratie
B
Inkoop
C
Verkoop
D
Bank

Slide 14 - Quiz

Een factuur gaat naar de afdeling
A
Administratie
B
Inkoop
C
Verkoop
D
Bank

Slide 15 - Quiz

Weet je nu voldoende over het brievenboek? Waar heb je nog vragen over?

Slide 16 - Open question