This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Doel: kennismaken met elkaar en de grootste groep krijgen. Opdracht: 1). Verdeel de klas in groepjes van 4. 2). Om de beurt kunnen de groepjes iemand uit een ander groepje vragen. 3). Bijv.: Groep 1 vraagt: Wij vragen René uit groep3. Zit er toevallig een René in groep 3 dan gaat hij naar groep 1. |
Koning=zitten op de grond
Vriend=staan
Kanibalen=schouderklopje buur-man/vrouw
Jacht=twee plekken naar voren (2 voorste gaan naar achter)
Een oude legende uit Afrika gaat over een koning en zijn goede vriend. Samen groeiden zij op. De vriend had de gewoonte om iedere gebeurtenis in zijn leven, zowel de positieve als de negatieve, te beschouwen als ‘Dit is goed.’
Op een dag waren de koning en zijn vriend op jacht. Ze hadden hun pistolen geladen. Alleen de vriend had iets verkeerds gedaan bij de voorbereiding van de wapens. De koning schoot met het pistool en verloor daarbij zijn eigen duim. De vriend keek naar de situatie en zei: ‘Dit is goed.’ ‘Nee’, zei de koning, ‘dit is helemaal niet goed!’ En hij stuurde zijn vriend naar de gevangenis.
Koning=zitten op de grond
Vriend=staan
Kanibalen=schouderklopje buur-man/vrouw
Jacht=twee plekken naar voren (2 voorste gan naar achter)
Ongeveer een jaar later was de koning weer op jacht, toen hij gevangen werd genomen door kannibalen. De kannibalen hadden wel trek in een vorstelijk maal. Ze brachten hem naar het dorp, bonden hem vast en maakten een groot vuur. Toen ze de koning op het vuur wilde gaan roosteren, zagen ze dat de koning een duim miste. Bijgelovig als ze waren, ze aten immers nooit iemand die minder was dan heel, lieten ze de koning vrij.
De koning was aan de dood ontsnapt en besefte dat zijn vriend gelijk had. Hij ging naar de gevangenis, vertelde zijn verhaal en bood duizendmaal zijn excuses aan. ‘Het was een fout van mij om je naar de gevangenis te sturen. Sorry.’
‘Nee’, antwoordde de vriend, ‘dit is goed!’.
‘Huh?’ zei de koning. ‘Hoe bedoel je?’
‘Nou’, zei de vriend, ‘als ik niet in de gevangenis had gezeten, zou ik met jou op jacht zijn geweest en dan zou ik opgegeten zijn door de kannibalen.’
1). Ga tegenover elkaar staan in een tweetal
2). Bekijk elkaar een tijdje en draai je rug naar elkaar toe.
3). Een van beiden verandert iets aan zijn/haar uiterlijk.
4). Draai weer om en probeer te raden wat is er veranderd.
5). Wie heeft het goed?
Variatie: Zelfde werkwijze, maar nu stelt de spelleider een vraag:
Bijv. wat is de kleur het t-shirt van je klasgenoot?
Regelmatig wordt er gewisseld van persoon.