Muziek in de Middeleeuwen

Muziek in de Middeleeuwen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Muziek in de Middeleeuwen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kent en herkent de kenmerken van Gregoriaans 
  • Je kunt de ontwikkeling van de meerstemmigheid (organum) in de ME beschrijven en herkennen 
  • Je kunt de ontwikkeling van het notenschrift beschrijven
  • Je kent de onderdelen van de mis
  • Je kunt de kenmerken van wereldlijke Middeleeuwse muziek herkennen en beschrijven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Liturgie is:
A
Alle gebeden, rituelen en handelingen die horen bij een kerkdienst
B
De dag waarop God over alle (ook eerder gestorven) mensen een oordeel over goed (hemel) en kwaad (hel) velt
C
Bid en werk
D
Toneelspel, vooral in de late Middeleeuwen en vroegrenaissance, waarin het lijden en de kruisiging van Christus het hoofdthema is.

Slide 5 - Quiz

A: Liturgie
B: Laatste oordeel
C: Ora et Labora
D: Passiespel
Gregoriaans is:
A
De taal die werd gesproken in de kloosters en kerken in de Middel Eeuwen
B
Type kloosterorde. Soberheid, in navolging van Christus, is kenmerkend voor de leefwijze en bouwstijl.
C
Benaming van de eenstemmige Latijnse onbegeleide kerkzang in de Katholieke kerk
D
Benaming voor (bouw)kunst uit Europa uit de 11e en 12e eeuw. Gebaseerd op de vroegere Romeinse bouwkunst, moet rondbogen en zware massieve dragende muren.

Slide 6 - Quiz

A: Latijn
B: Cistercienzers
C: Gregoriaans
D: Romaans
Keuze
A: Werk zelfstandig verder in de Mediatheek
- Maak een begrippenlijst bij 2.2:- Lees 2.2 (blz. 30 t/m 34): Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
- Maak de volgende opdrachten over muziek: 40, 41, 42, 49, 50, 51, 54
- Werk aan je opdracht Amsterdam Excursie
- Maak het huiswerk dat voor vandaag in magister staat

B: Luister naar de uitleg over Muziek in de Middeleeuwen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een dag in een klooster

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gregoriaans
Vast onderdeel van het kloosterleven: 
het gezongen gebed. Alle 150 psalmen
uit de Bijbel worden in 1 week tijd 
gezongen volgens vast 'rooster'. 

Vanaf 9e eeuw overal dezelfde melodieën: Gregoriaans (vernoemd naar paus Gregorius) die de gezangen verzamelde en vastlegde.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Kenmerken Gregoriaans

  • Eenstemmig, mannen of vrouwen
  • geen duidelijke maat / telling
  • Latijn
  • A capella (stem = meest natuurlijke instrument, direct contact met God)
  • Soms responsoriaal: voorzanger, koor antwoordt.
  • sylllabisch = een noot per lettergreep OF melismatisch = meer noten per lettergreep  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Luister naar Vox Nostra Resonet . Dit fragment is tweestemmig. 
Sleep de pinnen naar de juiste antwoorden.


Melismatisch
Syllabisch
De onderstem is
De bovenstem is

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Ontwikkeling van het notenschrift: 1

Neumen: krabbeltjes boven de tekst, geheugensteuntjes voor de zangers.

De vorm van de neumen geeft het stijgen of dalen van de melodie aan.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling van het notenschrift: 2
  • Guido van Arezzo voegt lijnen toe om de toonhoogte nauwkeuriger te noteren.
  • ezelsbruggetje: ut (do) - re- mi...
  • vierkante noten
  • muziek wordt complexer omdat mondelinge overdracht niet meer hoeft. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vroege meerstemmigheid 
(polyfonie): organum (± 900)
Na het Gregoriaans: ontwikkeling van de meerstemmigheid:

  • parallel organum: stemmen bewegen dezelfde kant op (vaak in kwarten en kwinten, zie hierboven. Kwarten en kwinten golden in de ME als consonant).
  • Daarna: vrij, zwevend en melismatisch organum.
Links: parallel organum
(paralelle kwarten)

Rechts: melismatisch organum

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De oudste vorm van organum: parallel organum

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Polyfonie (± 1200)
  • Muziek werd steeds complexer: van 2-, naar 3- en 4-stemmig. 
  • Componisten van de Notre Dame, Leoninus en Perotinus 
  • Basis = cantus firmus (oude Gregoriaanse melodie) in lange noten gezongen door tenor (hoge mannenstem), daarboven nieuwe stemmen. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Soorten kerkelijke liederen
De normale mis (ordinarium) bestaat uit 5 vaste gezangen:
-Kyrie
-Gloria
-Credo
-Sanctus/Benedictus
-Agnus dei

Ook: psalmen en propriumgezangen die horen bij feest- en naamdagen.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

2.1 Bid en werk
Mystiek 
  • Onmoeting met god 
  • Een wording met god 
Eadwinus - Eadwine Psalter - 1170
Quam Mirabilis - Hildegard Vond Bingen. 
  • Een van de eerste componisten die we bij naam kennen.
  • Had visioenen die ze verwerkte in haar muziek
  • Het mystieke moment waarin god voor het eerst De mens aankijkt en zichzelf aanshouwt als de kroon op zijn schepping. God beseft dat de mens het meest bijzondere en verheven deel van Zijn schepping is.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wereldlijke muziek
  • Weinig bewaard gebleven
  • Waarschijnlijk eenstemmig gezongen
  • Ritmischer en dynamischer dan kerkmuziek
  • In de volkstaal
  • Syllabisch
  • Troubadours / trouvères / minnesänger (vaak zelf van adel)
  • tekst moet goed verstaanbaar zijn
  • Begeleid door instrumenten: harp, luit, vedel, trommels, tamboerijn.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Hoe wordt deze vorm van meerstemmigheid genoemd?
A
parallel
B
tweestemmig
C
organum
D
cantus firmus

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In de vorige les hebben we het gehad over syllabisch en melismatisch.

Bij welke manier van zingen hoort dit fragment?
A
syllabisch
B
melismatisch
C
cantus firmus
D
thuis onder de douche

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Beschrijf de voordelen van de muzieknotatie voor Gregoriaanse gezangen.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

In de vorige les hebben we het gehad over syllabisch en melismatisch.

Bij welke manier van zingen hoort dit fragment?
A
syllabisch
B
melismatisch
C
cantus firmus
D
thuis onder de douche

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is gregoriaanse muziek altijd a capella?
A
omdat er nog geen goede instrumenten waren
B
kloosters bezaten geen instrumenten
C
omdat de menselijke stem het beste instrument is
D
instrumenten zouden de aandacht afleiden van de tekst

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Dit lied is geschreven door Hildegard von Bingen. Omschrijf twee muzikale kenmerken waarop deze muziek verschilt van het traditionele Gregoriaans.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
- Maak een begrippenlijst bij 2.2:- Lees 2.2 (blz. 30 t/m 34): Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
- Maak een begrippenlijst bij 2.2:- Lees 2.2 (blz. 30 t/m 34): Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
- Maak de volgende opdrachten over muziek: 40, 41, 42, 49, 50, 51, 54
- Maak daarnaast de volgende opdrachten: 4, 5, 7, 8, 10, 11 (herhaling/verwerking van tijdens de lessen behandelde stof)
- Inleveren opdracht Amsterdam Excursie

Slide 31 - Slide

This item has no instructions