lessonup van maud

frans les

deze lessonup gaat over de woorden en zinnen van hoofdstuk 2 en de passe-compose en présent

de doelen

in deze lessonup ga je leren wat de passe compose is en de présent

je leert ook over de woorden van hoofdstuk 2

hij bevindt zich

1. le salle de bains
2. il se trouve
3. nouveau
4. le rendez-vous

la mer

1. de neef
2. de zee
3. de nicht
4. dus

aider

prendre

1. kiezen
2. eten
3. nemen
4. proberen

wij vinden het leuk om te sporten

noir(e)

1. zwart
2. omdat
3. kiezen
4. slapen

tu as un animal

hoe vind jij jouw slaapkamer?

Waar woon jij

elle est sympa

1. is zij grappig
2. is hij grappig
3. is zij aardig
4. is hij aardig

uitleg

de meeste werkwoorden eindigen in het frans op de letters -er.

als je deze letters weghaalt,dan houd je de stam van het werkwoord over. achter de stam komt dan een uitgang

je=e

tu=es

il/elle/on=e

nous=ons

vous=ez

ils/elles =ent

tu habit....... en france?

1. e
2. ez
3. es
4. ent

non, je pass........ mes vacances ici.

1. e
2. es
3. ez
4. ont

on visit........ paris.

1. ont
2. ez
3. e
4. es

nous ador........ paris!

1. es
2. ez
3. e
4. ons

comment tu(trouver) ta chambre

je (partager) ma chambre avec mon frére

mais on (travailler) aussi pour I´école

nous (rigoler) beaucoup ensemble

et vous ne (jouer) jamais à la console?

tu habit........ dans une maison

1. ez
2. es
3. ont
4. e