De fasen van wondgenezing: Een overzicht

De fasen van wondgenezing: Een overzicht
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De fasen van wondgenezing: Een overzicht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je de verschillende fasen van wondgenezing benoemen en hun kenmerken beschrijven.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen en leg uit wat de studenten aan het eind van de les moeten kunnen.
Wat weet jij al over wondgenezing en de verschillende fasen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Inleiding
Wonden kunnen op verschillende manieren ontstaan en verschillende gradaties hebben. Wat is een wond en hoe geneest deze?

Slide 4 - Slide

Geef een korte inleiding over het onderwerp om de studenten te betrekken.
De 4 fasen van wondgenezing
De wondgenezing bestaat uit 4 fasen: de hemostasefase, de ontstekingsfase, de proliferatiefase en de rijpingsfase.

Slide 5 - Slide

Leg de vier fasen van wondgenezing uit en benoem ze op de slide.
Fase 1: Hemostasefase
In deze fase wordt de bloedstolling geactiveerd om het bloeden te stoppen. Het lichaam zorgt ervoor dat het wondgebied wordt afgesloten.

Slide 6 - Slide

Beschrijf de eerste fase van wondgenezing. Benoem wat er in deze fase gebeurt en welke processen plaatsvinden.
Fase 2: Ontstekingsfase
In deze fase start het lichaam met het opruimen van beschadigde cellen, bacteriën en ander vuil. Het wondgebied wordt schoongemaakt.

Slide 7 - Slide

Beschrijf de tweede fase van wondgenezing. Benoem wat er in deze fase gebeurt en welke processen plaatsvinden.
Fase 3: Proliferatiefase
In deze fase begint het lichaam met het aanmaken van nieuwe cellen om het wondgebied op te vullen. Er wordt nieuw weefsel aangemaakt.

Slide 8 - Slide

Beschrijf de derde fase van wondgenezing. Benoem wat er in deze fase gebeurt en welke processen plaatsvinden.
Fase 4: Rijpingsfase
In deze fase wordt het nieuw gevormde weefsel sterker en krijgt het zijn uiteindelijke vorm. Het wondgebied wordt minder zichtbaar.

Slide 9 - Slide

Beschrijf de vierde fase van wondgenezing. Benoem wat er in deze fase gebeurt en welke processen plaatsvinden.
Kenmerken van wondgenezing
Tijdens de wondgenezing zijn er verschillende kenmerken die van belang zijn om te kennen, zoals granulatieweefsel, littekenvorming en contractie.

Slide 10 - Slide

Beschrijf de kenmerken van wondgenezing en leg uit wat deze betekenen.
Granulatieweefsel
Granulatieweefsel is nieuw gevormd weefsel dat ontstaat tijdens de proliferatiefase. Het is rood en zacht van structuur.

Slide 11 - Slide

Leg uit wat granulatieweefsel is en wat het betekent voor de wondgenezing.
Littekenvorming
Littekenvorming is het resultaat van beschadigd weefsel dat is vervangen door bindweefsel. Het litteken is vaak harder van structuur en heeft een andere kleur dan de omliggende huid.

Slide 12 - Slide

Leg uit wat littekenvorming is en wat het betekent voor de wondgenezing.
Contractie
Contractie is het samentrekken van het weefsel rondom de wond, waardoor de wond kleiner wordt. Dit kan leiden tot vervorming van het omliggende weefsel.

Slide 13 - Slide

Leg uit wat contractie is en wat het betekent voor de wondgenezing.
Succescriteria
Je kent de verschillende fasen van wondgenezing en hun kenmerken. Je kunt uitleggen wat granulatieweefsel, littekenvorming en contractie zijn.

Slide 14 - Slide

Benadruk de leerdoelen en herhaal wat de studenten moeten weten.
Oefening
Bekijk de afbeeldingen op de volgende slide en benoem bij elke afbeelding in welke fase van wondgenezing deze zich bevindt.

Slide 15 - Slide

Voeg een interactieve component toe aan de les door afbeeldingen van wonden in verschillende fasen te laten zien. Laat studenten individueel of in groepen bepalen in welke fase de wond zich bevindt.
Afbeeldingen

Slide 16 - Slide

Voeg afbeeldingen toe van wonden in verschillende fasen van wondgenezing.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.