Leçon 12 - Grammaire C

Programme du cours
  • Grammaire C - Exercices 37, 38 et 39 pages 35 à 37
  • Lire C - Exercices 33, 35 et 36 pages 32 à  34
  • Parler C - Exercices 40 et 41 pages 38 et 39


Objectif du cours: 
  • Kan le futur simple et le conditionnel gebruiken.
  • Kan persoonlijke standpunten, commentaar en meningen geven of erom vragen in discussies over belangwekkende onderwerpen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Programme du cours
  • Grammaire C - Exercices 37, 38 et 39 pages 35 à 37
  • Lire C - Exercices 33, 35 et 36 pages 32 à  34
  • Parler C - Exercices 40 et 41 pages 38 et 39


Objectif du cours: 
  • Kan le futur simple et le conditionnel gebruiken.
  • Kan persoonlijke standpunten, commentaar en meningen geven of erom vragen in discussies over belangwekkende onderwerpen.

Slide 1 - Slide

Le futur simple et le conditionnel

Slide 2 - Slide

futur simple
conditionnel
Je partirai en vacances demain.
Ce serait sympa de partir en vacances.
Nous aimerions voyager en train.
Mes parents mangeront des frites le samedi.
Je pensais que mes parents mangeraient des frites le samedi.
Si tu me donnes de l'argent, j'achèterai des bonbons.

Slide 3 - Drag question

Wanneer gebruik je
de futur simple?

Slide 4 - Mind map

Le futur simple
Le conditionnel
Je
Tu 
Il / elle on
nous
vous
ils / elles
donneriez
donnerais
donnerais
donneras
donnerez
donnerons
donneront
donnerions
donneraient
donnera
donnerai
donnerait

Slide 5 - Drag question

Wat is de functie van de conditionnel in elke zin?
1. Je voudrais un coca s'il vous plaît.
2. Ce serait formidable d'aller en Italie.
3. Si j'avais un chien, j'irais chaque samedi à la plage.

Slide 6 - Open question

Je gebruikt de conditionnel in de onderstaande gevallen: 
uit beleefdheid
Je voudrais participer à cette manifestation
Ik zou graag mee willen doen aan die demonstratie.
Bij een voorwaarde
Si j'étais ministre, je protégerais mieux la nature. 
Als ik minister was, zou ik de natuur beter beschermen.
Bij een veronderstelling
Ce serait sympa de planter des arbres ensemble.
Het zou leuk zijn om samen bomen te planten.

Slide 7 - Slide

Si + voorwaarde
Als si gevolgd wordt door een présent
dan gebruik je in de hoofdzin de futur simple
Si tu éteins ton ordinateur, il consommera moins. 

Als je je computer uitzet, zal hij minder electriciteit gebruiken.
Als si gevolgd wordt door een imparfait
dan gebruik je in de hoofdzin de conditionnel.
Si j'avais de bonnes notes, j'étudierais à l'université

Als ik goed cijfers had, zou ik op het universiteit studereren

Slide 8 - Slide

Kortom...
Le futur simple
Le conditionnel
Vertalen met zullen
Vertalen met zouden
Toekomende tijd
Beleefdheid / Veronderstelling / voorwaarde
Stam = hele werkwoord
Stam = hele werkwoord
Uitgangen van avoir
Uitgangen van imparfait

Slide 9 - Slide

Parler C

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Si je gagnais au loto, je ....

Slide 12 - Slide