mc1 week 7 lundi 10 janvier 2022

1 / 11
next
Slide 1: Video
MBO

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Zelf vraagzinnen maken :       4 manieren
1. Onderwerp / persoonsvorm / (rest) / vraagwoord
         

2. Vraagwoord / onderwerp / persoonsvorm / (rest)
             

3. Vraagwoord / est-ce que / onderwerp / persoonsvorm / (rest)
            
*4. Vraagwoord / persoonsvorm / onderwerp / (rest)   INVERSIE*
             

Slide 2 - Slide

Vraagzinnen met vraagwoord
Quand
Wanneer
Qui
Wie
Quelle
Welk(e)
Qu'est-ce que
Wat
Combien
Hoeveel
Comment
Hoe
Pourquoi
Waarom
Waar

Slide 3 - Slide

Quel(le)(s) = welk/wat
Er zijn vier vormen (afhankelijk van het ZN: m/v, ev/mv):

- Tu as QUEL vélo?  
- Tu as QUELLE idée?
- Tu cherches QUELS livres?
- Tu cherches QUELLES raisons?

Slide 4 - Slide

Quel(le)(s) = welk/wat
Je kunt ze ook tegenkomen met "être" ertussen:

- Quel est ton vélo?
- Quelle est ton idée?
- Quels sont tes livres?
- Quelles sont tes raisons?

Slide 5 - Slide

Tu aimes ........................... soupe?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 6 - Quiz

Tu aimes ........................... plats?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 7 - Quiz

........................... est ta voiture?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 8 - Quiz

........................... sont photos?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 9 - Quiz

........................... est ton portable?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 10 - Quiz

........................... sont tes stylos?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 11 - Quiz