What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vraagzinnen en vraagwoorden
- Zinnen vragend maken + vraagwoorden
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
- Zinnen vragend maken + vraagwoorden
Slide 1 - Slide
Hoe maak je zin
zonder
vraagwoord vragend?
Zonder
vraagwoord Tu as un copain.
1. ? 1. Tu as un copain?
2. Est-ce que 2. Est-ce que tu as un copain?
3. Inversie (= omdraaien pv en ow) 3. As-tu un copain?
Slide 2 - Slide
Maak de zin op een andere manier vragend:
Tu peux venir? Gebruik inversie
Slide 3 - Open question
Maak de zin op een andere manier vragend:
Tu peux venir? Gebruik 'est-ce que'
Slide 4 - Open question
Maak de zin op een andere manier vragend:
Tu as mangé la pizza ? Gebruik inversie.
Slide 5 - Open question
Hoe maak je zin
met
vraagwoord* vragend?
Met
vraagwoord
1. zin +
vw
1. Vous partez quand?
2.
vw
+ Est-ce que+ rest van de zin 2. Quand est-ce que vous partez?
3
.vw
+ inversie + rest van de zin
3. Quand
partez-vous?
Slide 6 - Slide
Maak de juiste combinaties van de vraagwoorden.
wie
wat
waar
wanneer
hoe
hoe veel
combien
où
qui
qu'est-ce que
quand
comment
Slide 7 - Drag question
Welk vraagwoord zoeken we?
..... tu t'appelles? Je m'appelle Robin.
A
combien
B
comment
C
quand
D
où
Slide 8 - Quiz
Welk vraagwoord zoeken we?
Tu habites ....? À Zaandam.
A
combien
B
comment
C
quand
D
où
Slide 9 - Quiz
Welk vraagwoord zoeken we?
Ton anniversaire est ....? C'est le 5 mars.
A
combien
B
comment
C
quand
D
où
Slide 10 - Quiz
Welk vraagwoord zoeken we?
.... tu veux?
A
combien
B
qu'est-ce que
C
Pourquoi
D
où
Slide 11 - Quiz
Maak de zin op een andere manier vragend:
Tu habites où? Gebruik est-ce que.
Slide 12 - Open question
Quel(le)(s) = welk
Er zijn vier vormen
- Tu as
QUEL
vélo? (m)
- Tu as
QUELLE
idée? (v)
- Tu cherches
QUELS
livres? (m mv)
- Tu cherches
QUELLES
raisons? (v mv)
Slide 13 - Slide
Quel(le)(s) = wat is/ zijn
Je kunt ze ook tegenkomen met "être" ertussen --> dan betekent het wat is/ wat zijn.
-
Quel
est ton vélo?
-
Quelle
est ton idée?
-
Quels
sont tes livres?
-
Quelles
sont tes raisons?
Slide 14 - Slide
....................... est la saison la plus chaude?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 15 - Quiz
........................... est ta voiture?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 16 - Quiz
........................... sont nos photos (v)?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 17 - Quiz
........................... sont tes stylos (m)?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 18 - Quiz
docs.google.com
Slide 19 - Link
docs.google.com
Slide 20 - Link
More lessons like this
Vraagzinnen en vraagwoorden
October 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vraagzinnen en vraagwoorden
February 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Poser une question bron H chapitre 5 HV2
May 2024
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
3mavo H3 Bron I vraagzinnen en quel
January 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Klas 2 chapitre 5 bron H
March 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Klas 2 chapitre 5 bron H
June 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Poser une question
February 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Vraagzinnen en vraagwoorden
May 2022
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3