Infiltratie: het proces waarbij water de bodem binnendringt. Percolatie: de beweging van geïnfiltreerd water door de bodem naar het grondwater. Grondwaterstand: de diepte waarop de grond volledig verzadigd is met water. Grondwaterstroming: de beweging van grondwater door de bodem en gesteentelagen. Neerslag: water dat uit de atmosfeer valt in de vorm van regen, sneeuw, hagel of ijzel. Afstroming: water dat over het landoppervlak stroomt naar rivieren of meren. Bron: een plaats waar grondwater natuurlijk aan de oppervlakte komt. Verdamping: het proces waarbij water verandert van vloeibare vorm naar damp. Condensatie: het proces waarbij waterdamp verandert in vloeibaar water. Gewasverdamping: de verdamping van water vanuit de bladeren van planten. Evapotranspiratie: de som van verdamping en plantentranspiratie van de aardoppervlakte naar de atmosfeer.