Wat gebeurd er bij een langere looptijd van je lening?
A
de kredietkosten nemen af
B
de kredietkosten nemen toe
Slide 11 - Quiz
Wat gebeurd er bij een langere looptijd van je lening?
A
het termijnbedrag neemt af
B
het termijnbedrag neemt toe
Slide 12 - Quiz
Het grootste risico van beleggen is.....
A
dat je geld minder waard kan worden
B
dat je niet over je geld kunt beschikken
C
dat je geld kwijt kunt raken
D
nihil, er kan weinig gebeuren
Slide 13 - Quiz
Wat is de formule voor het kopen van een vreemde valuta?
A
Bedrag in vreemde valuta =
bedrag in euro’s / lage wisselkoers
B
Bedrag in vreemde valuta =
bedrag in euro’s x hoge wisselkoers
C
Bedrag in vreemde valuta =
bedrag in euro’s x lage wisselkoers
D
Bedrag in vreemde valuta =
bedrag in euro’s / hoge wisselkoers
Slide 14 - Quiz
1: Landen die niet met de euro betalen behoren niet tot de Eurozone. 2: Vreemde valuta kun je omwisselen bij een wisselkantoor.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn onjuist
D
Beide zijn juist
Slide 15 - Quiz
Sleep de plaatjes naar de juiste vakkken.
Directe ruil
Indirecte ruil
Slide 16 - Drag question
Is dit directe ruil of indirecte ruil?
Indirecte ruil
Directe ruil
je koopt een nieuwe telefoon. Je betaalt hem meteen.
Je vader koopt op marktplaats een auto. Hij betaalt he via de bank.
Je krijgt van je vriend een fiets en geeft hem er een PlayStation voor terug.
Slide 17 - Drag question
Om welke vorm van geld gaat het hier? Kies giraal of chartaal
Sleep het begrip naar de juiste zin.
Je koopt een hoesje voor je Ipad. Bij de kassa betaal je met muntgeld € 15.
Dahli koopt online een paar nieuwe sieraden.
Leon koopt een cadeautje. Hij betaalt met een briefje van dertig euro.
Een vriend van Ruben koopt een nieuwe game in de Playstation store. Hij betaalt met iDeal.
Evy baalt, ze heeft nog maar € 2 op haar bankrekening staan.
niet gebruikt
Chartaal
Giraal
Giraal
Giraal
Chartaal
Chartaal
Slide 18 - Drag question
Gewone spaarrekening
Spaardeposito
Vaste rente
Niet tussentijds aankomen
Rente kan veranderen
Geld storten en opnemen wanneer je wilt
Slide 19 - Drag question
Hypothecaire lening
Doorlopend krediet
Persoonlijke lening
Koop op afbetaling
Lening voor de koop van een huis
Je mag het bedrag dat je hebt afgelost, weer opnieuw opnemen.
Je betaalt het geleende bedrag in vaste termijn terug.
Je koopt iets bij een webwinkel
Slide 20 - Drag question
Hypotheek
Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
Kopen op afbetaling
Slide 21 - Drag question
Hoe noemen we dit, hoeveel rente krijg je?
Hoe noemen we dit, hoeveel rente betaal je?
Hoeveel rente verdient de bank?
Sparen
Lenen
5 % rente
3 % rente
2 % rente
Slide 22 - Drag question
In 2020 waren er 5.795 betaalautomaten in Nederland. Nu zijn dit er 4.916 Bereken met hoeveel procent het aantal is veranderd
Slide 23 - Open question
Oude saldo € 333,- ontvangsten € 122,- uitgaven € 453,- Bereken het nieuwe saldo.
Slide 24 - Open question
Wat is het spaarbedrag na 1 jaar met enkelvoudige rente? Bedrag op de spaarrekening: € 2.500,- Rente: 4%
Slide 25 - Open question
Op je spaarrekening staat: € 1.500,- De rente is 1,2% Hoeveel rente krijg je na 3 jaar?
Slide 26 - Open question
Bereken de enkelvoudige rente na 8 maanden sparen: er staat € 1.000,- op de rekening en je krijgt 2% rente
Slide 27 - Open question
€ 12.000,- op een spaarrekening met 2% samengestelde rente. Hoeveel rente krijg je in totaal na 10 jaar?
Slide 28 - Open question
Wat staat er op je rekening als je met samengestelde rente 2 jaar spaart: € 1.000,- op de rekening tegen 2% rente
Slide 29 - Open question
Je leent € 2.000,-
Je lost af in 4 jaar.
Wat zijn de kredietkosten?
Slide 30 - Open question
Lening = € 900,- Je betaalt terug in 12 termijnen van € 100,- Wat zijn de kredietkosten?
Slide 31 - Open question
Kredietkosten zijn € 313,- de lening was € 1.310,- Hoeveel % zijn de kredietkosten?
Slide 32 - Open question
Op 3 september was de koers van 1 aandeel € 3,13. Je kocht toen 1.000 aandelen. De koers op 5 december was € 13,10. Toen verkocht je je aandelen. Hoeveel koerswinst heb je gemaakt?
Slide 33 - Open question
In de tabel staat de wisselkoers van drie vreemde valuta per € 1,-
Majid koop voor € 100,- aan Tsjechische kronen. Bereken hoeveel kroon hij krijgt.
Slide 34 - Open question
In de tabel staat de wisselkoers van drie vreemde valuta per € 1,-
Lance koopt 150 Zwitserse franken. Bereken hoeveel euro hij moet betalen.