Onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden
We onderscheiden twee soorten voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden: deze metselen twee hoofdzinnen aan elkaar. Er zijn er maar een paar: en, maar, want, of en dus.
Onderschikkende voegwoorden: deze metselen een hoofd- en bijzin aan elkaar. Veelvoorkomende zijn: omdat, terwijl, zodat, daardoor, wanneer, als, ( of enzovoorts.
Hoofdzin: persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar én je kunt er ook niets tussenzetten.
Bijzin: persoonsvorm en onderwerp staan uit elkaar óf je kunt er iets tussenzetten.