§2.1 Naar een ander soort leven deel 1

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten,
pak je laptop & boek alvast!
Log in op lessonup en volg de les.
We gaan beginnen als iedereen stil is!
1 / 44
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten,
pak je laptop & boek alvast!
Log in op lessonup en volg de les.
We gaan beginnen als iedereen stil is!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.1 Naar een ander soort leven deel 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
1. Proefwerk bespreken/nakijken
2. Start uitleg 2.1 
3. Zelfstandig aan de slag
4. Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

PROEFWERK BESPREKEN

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe Nederland vanaf 1815 bestuurd werd. 
  • Ik kan uitleggen wat er door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland.
  • Ik kan uitleggen hoe de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders waren.
  • Ik kan beschrijven hoe door de industrialisatie de samenleving veranderde.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Voorkennis activeren:
  • Vraag de leerlingen: wat hebben deze mensen met elkaar gemeen? (Evt even in duo's uitwisselen)
  • Daarna de vraag: wat doet de koning nu nog? --> in de rest van de les kijken we naar hoe de rol van de koning vroeger was
Rond 18
Republiek = Nederland
- Deed niet mee aan de grote veranderingen
- Geen ijzer en steenkool dus bijna geen fabrieken 
- Pas rond 1839 een trein 
- Veel verschil met Engeland 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

koning Willem I
  • in 1815 gevraagd om koning te worden
  • Had in Engeland gezien hoe de industrie was opgekomen
  • Zorgde voor ontwikkeling in Nederland

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

SAMEN LEZEN blz 47 & 48
Leerstof: '' Het bestuur van Nederland vanaf 1815''
Leerstof '' Liberalen en conservatieven''

Pak een markeerstift en markeer belangrijke woorden/begrippen/zinnen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Nederland onder Napoleon 
Het Koninkrijk der Nederlanden 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • Napoleon verslagen bij Waterloo!
  • 1815 Nederland werd een koninkrijk
  • Koning Willem I

  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg

  • Een grondwet! We werden een constitutionele monarchie. (koning moet zich aan de grondwet houden)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het bestuur van Nederland vanaf 1815
Koning Willem I was het staatshoofd:
  • = persoon met het hoogste gezag (macht) in een staat
Nederland werd een constitutionele monarchie:
  • Constitutie = grondwet
  • Monarchie = koninkrijk 
    (koning moet zich aan de grondwet houden)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Constitutionele monarchie
Nederland land met een grondwet
Constitutionele monarchie 
Koning leider van de regering regeerde samen met de ministers

Naast de ministers was er een parlement met Eerste Kamer en Tweede Kamer

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het bestuur van Nederland vanaf 1815
Hoe werd Nederland bestuurd?

  • De koning mocht ministers ontslaan en benoemen
  • Ministers maakten wetten en voerden deze uit
  • Er was een parlement met een Eerste en Tweede Kamer die stemden of wetten uitgevoerd mochten worden 
  • De koning koos de Eerste Kamer en de Tweede Kamer werden bij verkiezingen gekozen door de rijkste mannen van het land 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

14

Slide 16 - Video

This item has no instructions

01:02
Wat is een republiek?
A
Een land met een koning
B
Een land zonder koning

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

01:15
Willen V was de stadhouder van de republiek der Nederlanden. Wat doet een stadhouder?
A
Voert het leger aan en neemt belangrijke beslissingen
B
Is een ander woord voor koning, neemt ALLE politieke beslissingen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

01:52
Welk leger hielp de opstand in de Nederlanden?
A
De Fransen
B
De Duitsers

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

02:30
Waarom zou de bevolking in Nederland toch graag een koning willen?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

02:55
Wat is een monarchie?
A
Een staat met een koning aan het hoofd
B
Een staat met een gekozen regering

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

03:30
Wat staat er in de grondwet beschreven?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

04:12
Waarom wilde Willem België, Nederland en Luxemburg samen besturen?
A
Om meer gebied te hebben
B
Om sterker te staan tegen Frankrijk

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

04:57
Waarom wilde koning Willem I de stoomtrein aanleggen?
A
Om zo de handel en economie te verbeteren
B
Om mensen sneller te vervoeren

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

06:28
Waarom werd Willem I ook welk koning koopman genoemd?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

07:19
Koning Willem I liet altijd de wetten bedenken en maken door zijn ministers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

08:50
Waarom zijn de mensen in het zuiden (België) ontevreden over de koning?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

12:01
Waarom trok koning Willem I zich terug uit de oorlog en trad hij af in 1840?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

12:32
Wat is het parlement?
A
De ministers
B
volksvertegenwoordigers (tweede kamer)

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

14:12
Er komt een grondwet, Nederland wordt een parlementaire democratie.. wat betekent dit voor de koning?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Door wie wordt de Tweede Kamer gekozen?
A
Door de Eerste Kamer
B
Door de Provinciale Staten
C
Rechtstreeks door de bevolking
D
Door het parlement

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

De eerste kamer kan
A
Wetten maken of veranderen
B
alleen weten veranderen
C
alleen wetten goed- of afkeuren

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Waarom was de eerste kamer nou de 'eerste kamer'?
A
Omdat de koning deze belangrijker vond (adviesraad)
B
Omdat deze eerder was opgezet dan de tweede kamer

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Samen lezen blz 48
Leerstof '' De grondwet van 1848''

Pak een markeerstift en markeer belangrijke woorden/begrippen/zinnen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Steeds meer ontevredenheid
1840-1848:
Koning Willem II
Er ontstonden 2 groepen in de politiek:
  • Liberalen: vrijheid in de politiek            zij waren ontevreden over de politiek en wilden verandering 
  • Conservatieven: de macht moet bij de adel en de koning blijven (alles bij het oude) 

De liberalen en katholieken komen in opstand in Zuid-Nederland           ontstaan van het koninkrijk België

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

De grondwet van 1848
In 1848 komen overal in Europa mensen in opstand tegen de koningen (= revoluties)            koning Willem II is bang dat hetzelfde gaat gebeuren in Nederland           hij laat Thorbecke de grondwet veranderen 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt in 1848 nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar
  2. Ministers zijn verantwoordelijk

Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De grondwet van 1848
Wat staat er in de nieuwe grondwet?
  • De koning is niet meer de leider van de regering          hij heeft minder macht
  • Het parlement bepaalt wie er in de regering zit
  • Eerste Kamer wordt niet meer gekozen door de koning
Nog steeds geen democratie          alleen de rijke mannen mogen stemmen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Liberalen
Conservatieven
"Ik wil dat de overheid zich niet bemoeit met mijn bedrijf."
"Het koningshuis moet blijven, omdat dit bij Nederland hoort.
"In het parlement moeten vooral veel mensen van adel zitten, want dit is hoe het altijd is geweest."
"Ik wil dat niet alleen mensen van adel kiesrecht hebben, maar ook anderen."

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Wat hoort niet bij Nederland voor 1848?
A
De koning is de leider van de regering
B
Het parlement bepaalt wie er in de regering zit
C
De koning kiest de leden van de Tweede Kamer
D
Ministers worden gekozen door de koning

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Wat: maak vraag 1 t/m 5
Hoe: Zelfstandig (overleggen mag zachtjes met buurman/vrouw)
          Lees de tekst goed door! Daar staat vaak het antwoord in!!!
Hoelang: 15 min 
Klaar: Geef antwoord op de eerste twee leerdoelen:
1: Hoe werd Nederland vanaf 1815 bestuurd?
2: Let uit wat er door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland

LAAT DOCENT CONTROLEREN
timer
10:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Video

Tot 3: 44. 

Kijkvragen:
  • Waarom bedenkt Willem II zich, en laat hij in 1848 toch een nieuwe grondwet opstellen?
  • Waarom is de nieuwe grondwet van 1848 zo belangrijk? 

Slide 44 - Video

This item has no instructions