Omnia college NE klas 3 woordsoorten thema 3 /4 gramm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

woordsoorten thema 3 /4 

welke woordsoorten
weet je nog?

Hij heeft een koekje gepakt.
koekje = ...

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Hij heeft een koekje gepakt.
een = ...

1. lidwoord
2. zelfst nw
3. bijv nw
4. voorzetsel

Hij heeft een koekje gepakt.
Hij = ...

1. zelfst nw
2. telwoord
3. pers vnw
4. bijv nw

Hij heeft een koekje gepakt.
heeft = ...

1. zelfst nw
2. werkwoord
3. bijwoord
4. bezittelijk .vnw

Hij heeft een koekje gepakt.
gepakt = ...

1. bijv nw
2. zelfst nw
3. werkwoord
4. pers vnw

Vanochtend heeft het hard geregend.
hard = ...

1. bijv nw
2. bijwoord
3. zelfst nw
4. voorzetsel

Mijn broer heeft veel boeken.
veel = ...

1. bn
2. zn
3. vz
4. telw

Mijn broer heeft veel boeken.
mijn = ...

1. voorzetsel
2. bez.vnw
3. pers vnw
4. bijv nw

Vanochtend had ik een lekke band.
lekke = ...

1. telwoord
2. voorzetsel
3. bijwoord
4. bijv nw

Welke klas komt er na jullie klas?
welke = ...

1. vz
2. bn
3. aanw vnw
4. vr vnw

Welke klas komt er na jullie klas?
na = ...

1. voorzetsel
2. bijv nw
3. vragend vnw
4. aanw vnw

Welke klas komt er na jullie klas?
jullie = ...

1. bezittelijk vnw
2. vragend vnw
3. pers vnw
4. bijv nw

Hoe ga jij naar school?
Wat = hoe?

1. bijwoord
2. vragend voornaamwoord
3. persoonlijk vnw
4. bijv nw

Hoe ga jij naar school?
wat = naar?

1. persoonlijk vnw
2. vragend vnw
3. telwoord
4. voorzetsel

Ik vind dat je je haar moet dragen zoals eerst.
Wat = je je ? (in volgorde van de zin)

1. bezittelijk vnw / persoonlijk vnw
2. persoonlijk vnw / bezittelijk vnw
3. bijwoord / persoonlijk vnw
4. persoonlijk vnw / persoonlijk vnw

Wat eet jij het lieft?
Wat = wat?

1. voorzetsel
2. bijwoord
3. vragend voornaamwoord
4. persoonlijk vnw