Jaar 3 - Les Verrekijker

Denken
Je wilt een verre ster zo groot mogelijk vergroten.  Kies je dan een oculair met een groot of klein brandpunt?

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Denken
Je wilt een verre ster zo groot mogelijk vergroten.  Kies je dan een oculair met een groot of klein brandpunt?

Slide 1 - Slide

Licht en Kleur
LICHT

Slide 2 - Slide

Periode 3L H6 - Licht (vwo)
  • Aantal lessen: 16 (of 11 voor Gymnasium)
  • Aantal weken: 4
  • Toets: tijdens TW periode 3
  • Hoofdstuk 6. Pagina 178 van het boek
Huiswerk voor morgen
  • Bekijk filmpje over Lenzen, en Voorwerp en Beeld
  • Maak opgaven: 14, 15, 21, 23 (p185) 
  • MAAK DIT HOOFDSTUK BIJ IEDER FILMPJE HET TESTJE OP DE ELO!

Slide 3 - Slide

Bedenk een vraag over Licht
  • Overleg in tweetallen en bedenk een vraag over licht
  • Noteer deze vraag in je schrift
  • Open daarna je laptop en ga naar LessonUp
  • Noteer de vraag op de volgende pagina

Slide 4 - Slide

wat weet je over een
verrekijker?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Wat vind jij belangrijker?
De telescoop of de microscoop?

Slide 7 - Open question

Hoe werkt een telescoop?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vergroting


N = vergrotings factor
fobject = brandpuntsafstand objectief
foculair= brandpuntsafstand oculair

N=foculairfobject

Slide 10 - Slide

Verrekijker
Telescoop met prisma

                                              40 x 5
diameter objectief (mm) x vergroting

Slide 11 - Slide

DDU
D Denken = In stilte, zelfstandig
D Delen = overleggen met buurman/buurvrouw
U Uitwisselen = 1 iemand wordt door mij aangewezen

Slide 12 - Slide

Denken
Je wilt een verre ster zo groot mogelijk vergroten.  Kies je dan een objectief met een groot of klein brandpunt?

Slide 13 - Slide

Delen
Je wilt een verre ster zo groot mogelijk vergroten.  Kies je dan een oculair met een groot of klein brandpunt?

Slide 14 - Slide

Uitwisselen
Je wilt een verre ster zo groot mogelijk vergroten.  Kies je dan een oculair met een groot of klein brandpunt?

Slide 15 - Slide

Periode 3: H6 - Licht (havo)
  • Aantal lessen: 14
  • Aantal weken: 4
  • Toets: tijdens TW periode 3
  • Hoofdstuk 6. Pagina 174 van het boek
Huiswerk voor morgen
  • Bekijk filmpje over Lenzen
  • Maak opgaven: 13, 14, 21 (p189) 
  • MAAK DIT HOOFDSTUK BIJ IEDER FILMPJE HET TESTJE OP DE ELO!

Slide 16 - Slide

Welke vragen kunnen jullie bedenken over licht?

Slide 17 - Open question


  • Heeft licht gewicht?
  • Hoe ontstaat licht
  • Hoe beweegt licht?
  • Wat is licht eigenlijk?
  • Hoe kan licht door glas?
  • Waarom wordt licht als je kleuren mengt wit en niet zoals verf bruin?
  • Kan je licht buigen?
  • Weerkaatst licht?
  • Waaruit bestaat zichtbaar licht?
  • Waarvoor gebruik je licht?
  • Kan je licht aanraken?

  • Uit welke kleuren bestaat licht?
  • Kan licht je ogen beschadigen?
  • Hoe kan je allemaal meten aan licht?
  • Heeft licht altijd dezelfde snelheid?
  • Heeft licht energie?
  • Wat is de kleinste hoeveelheid licht?
  • Hoe ontstaat een regenboog?
  • Hat is de snelheid van licht?
  • Gaat licht altijd even snel?
  • Hoe werkt een bril?
  • ...

Eerder bedachte vragen

Slide 18 - Slide

Demonstratie
- constructiestralen

Slide 19 - Slide

Les 1 - Positieve en Negatieve lenzen
Bekijk het filmpje en maak daarna het testje op de ELO

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Welke van de volgende lenzen zijn positief?
A
1, 3, 5
B
1,2,3
C
4,5,6
D
3,5

Slide 22 - Quiz

Maak de volgende zin af:
Een negatieve lens (-) is in het midden ………... als aan de buitenkanten van de lens
A
even dik
B
dunner
C
dikker

Slide 23 - Quiz

Hoe noemen we deze
lichtbundel?
A
Evenwijdig
B
Convergent
C
Divergent

Slide 24 - Quiz

Hoe noemen we deze
lichtbundel?
A
Evenwijdig
B
Convergent
C
Divergent

Slide 25 - Quiz

Als een evenwijdige lichtbundel op een positieve lens valt, is de lichtbundel (direct) na de lens...
A
Evenwijdig
B
Convergent
C
Divergent

Slide 26 - Quiz

Maak de zin af:
Als een divergente lichtbundel op een vlakke spiegel valt, is de teruggekaatste lichtbundel...
A
Evenwijdig
B
Convergent
C
Ook divergent
D
Dat kun je niet weten... divergent, convergent of evenwijdig dus.

Slide 27 - Quiz

Einde van les 1
Je hebt in deze les geleerd:
  • dat een lichtstraal altijd rechtdoor gaat!
  • de begrippen convergent, divergent en evenwijdig
  • het verschil tussen positieve en negatieve lenzen
  • het effect van een positieve of negatieve lens op een lichtstraal

Slide 28 - Slide

Paragraaf 6.2: Breking

  • Lees paragraaf 6.2
  • Maak hiervan in je schrift een samenvatting
  • Welke belangrijke begrippen hebben jullie genoteerd? 

Slide 29 - Slide

Paragraaf 6.2: Breking

  • https://phet.colorado.edu/nl/simulations/geometric-optics-basics

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Einde van les 2
Je hebt in deze les geleerd:
  • je kunt uitleggen wat lichtbreking is en welke begrippen je daarvoor moet kennen

Slide 32 - Slide

Ik beheers de leerdoelen die hiervoor zijn genoemd!
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll