Les 3

Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?

1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de zorg voor armen, zieken en werklozen was geregeld tot ongeveer 1930

Slide 2 - Slide

Gevaarlijk en zwaar werk
Door de industrialisatie waren veel arme boeren naar de steden getrokken om daar in de fabrieken te gaan werken. 

Het werk in de fabrieken was gevaarlijk, zwaar en eentonig.
Regels over arbeidstijden, veiligheid en de hoogte van lonen waren er niet.
  • De arbeiders maakten werkdagen van soms wel 14 uur en kregen een laag loon.
  • Er gebeurden vaak (dodelijke) ongelukken.
  • Vrouwen en kinderen werkten ook in de fabrieken en de mijnen, omdat het loon van de man was meestal niet genoeg om van de leven 


Schrijf mee in je aantekeningenboekje

Slide 3 - Slide

Wonen in een krot
  • Doordat veel mensen naar de steden verhuisden, moesten er veel woningen bij komen. 
  • De nieuwe arbeidswoningen werden snel en slecht gebouwd. 
  • De staat van deze woningen was erg slecht: de huizen stonden dicht op elkaar en dicht bij de fabriek. 
  • De woningen hadden bovendien vaak geen riolering, elektriciteit en waterleiding 
  • Door de onhygiënische omstandigheden in de steden braken er vaak besmettelijke ziekten uit, zoals cholera
Schrijf mee in je aantekeningenboekje

Slide 4 - Slide


Kinderarbeid



  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan.
  • Vrouwen en kinderen zijn goedkoper dan mannen.
  • Kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines.

Slide 5 - Slide













In sommige delen van Noord- en Oost-Nederland 
was het trouwens niet veel beter...


Een plaggenhut met heideplaggen bedekte hut. Ze waren te vinden in de armste gebieden van Nederland, vooral in Drenthe, Friesland en Overijssel en werden bewoond door de allerarmste arbeiders, vaak met grote gezinnen. Een plaggenhut was een eenvoudig bouwwerk, meestal gedeeltelijk uitgegraven en zonder zijmuren zodat het dak op grondhoogte begon. Het dak was bekleed met plaggen die uit het omliggende land werden gehaald.

Slide 6 - Slide


Arbeidsomstandigheden

  • Saai (door arbeidsdeling/lopende band).
  • Lange werkdagen (14 uur per dag).
  • Gevaarlijk.
  • Geen enkel recht, ook geen stakingsrecht.
  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden).

Slide 7 - Slide

Vul de ontbrekende woorden in.
In 1854 nam het parlement                     aan. Daarin stond dat                          voor de armen moesten zorgen. Alleen in uiterste nood moesten                   meehelpen. Maar in de jaren erna nam de armoede in Nederland toe. Daardoor konden de                 niet meer alle armen helpen. Gemeenten kregen dus een steeds
                   rol in het bestrijden van armoede, terwijl dit juist niet de bedoeling was van

liefdadigheidsinstellingen
gemeenten
grotere
kleinere
liefdadigheidsinstellingen
de armenwet
de armenwet

Slide 8 - Drag question

Wie verzorgde de liefdadigheid in Nederland rond 1850?
A
de gemeente en de kerk
B
de kerk en rijke burgers
C
familie en rijke burgers
D
rijke burgers en de gemeente

Slide 9 - Quiz

Welke begrippen passen bij de arbeidsomstandigheden van de fabrieksarbeiders rond 1870?

Slide 10 - Mind map

Maken
Wat: sociale kwestie opdracht
 


Waar te vinden: boekje van de docent 

Tijdduur: tot aan de bel

Huiswerk?: ja voor volgende les





Slide 11 - Slide