2mh oefenen lineair, kwadratische vergelijkingen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

-2n + 4 = 12

4p - 5 = 5

-2a +28 = 2a -12

p = 3k + 10.
Hoeveel is p als k = -4?

Ontbind in factoren:

2a​2​​−6a

Hoeveel is y als ik voor x het getal -3 invul?

y=3x​2​​−5x

Welke formule hoort bij de grafiek?

1. y=x​2​​−3
2. y=−3x
3. y=−3x​2​​
4. y=x−3

Welke formule hoort bij de grafiek?

1. y=x−2
2. y=x​2​​−1
3. y=1−2x
4. y=2x−1

Een taxibedrijf rekent €2,00 instaptarief en €1,50 per km. Wat kost een rit van 40 km?

Instaptarief €2,00 en per km €1,50. Hoeveel km kun je rijden voor €12,50?

−2x​2​​=−50

1. Geen oplossing
2. x =10 of x = -10
3. x = 5 of x = -5
4. x = 25 of x = -25

x​2​​+6=0

1. geen oplossing
2. x = 6 of x = -6
3. x = 3 of x = -3
4. x = 2,4 of x = -2,4

verhaaltjesommen

Vast bedrag €3,00 en per km €1,50.

Hoeveel kost een rit van 10 km?

Vast bedrag €3,00 en per km €1,50

Maak de formule. Neem b voor het bedrag en a voor het aantal kilometers.

b = 3 + 1,5a

Ander bedrijf heeft vast bedrag €4,00 en per kilometer €1,30.

Maak de formule voor dit bedrijf.

snijpunt/omslagpunt berekenen met vergelijking

b = 3 + 1,5a       en        b = 4 + 1,3a

Maken:

• oefentoets uit BM
• papieren opgaven verhuurbedrijven (achterkant kwadratische vergelijkingen)
  
  
• nu nog stukje HAVO uitleg
  
  

Ontbinden in factoren

2a​2​​−10a

nulpunten berekenen

p​2​​+5p=0

vergelijking met haakjes

2(a - 6) = -4(a + 6)