What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4 HAVO Vorbereitung auf Klassenarbeit
Verben
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verben
Slide 1 - Slide
Verben
Präsens
Slide 2 - Slide
Verben
Perfekt
Slide 3 - Slide
Voltooid deelwoord
Wat zijn de twee regels voor zwakke werkwoorden?
Slide 4 - Slide
Voltooid deelwoord
standaard zwak en s-klank einde stam:
ge + stam + t
werkwoorden met d of t einde stam:
ge + stam + et
Slide 5 - Slide
Voltooid deelwoord
Goed om te weten:
Werkwoorden op -nen
eindigen hebben het voltooid deelwoord ge+ stam+ et
öff
nen -->
Werkwoorden op -ieren
? Geen ge-
studieren, informieren, telefonieren
-->
werkwoord
bastel
n
ge+stam=t
-->
Slide 6 - Slide
Voltooid deelwoord
Goed om te weten:
Werkwoorden op -nen
eindigen hebben het voltooid deelwoord ge+ stam+ et
öff
nen --> geöffnet
Werkwoorden op -ieren
? Geen ge-
studieren, informieren, telefonieren
--> studiert, informiert, telefoniert
werkwoorden die beginnen met ver- of be-?
Geen ge-
werkwoord
bastel
n
ge+stam=t
--> gebastelt
Slide 7 - Slide
Voltooid deelwoord
sterke werkwoorden
Wat is de uitgang
-->
fahren -->
essen -->
halten -->
geben -->
schlafen -->
lassen -->
Slide 8 - Slide
Voltooid deelwoord
sterke werkwoorden
Wat is de uitgang
-->
fahren --> gefahren
essen --> gegessen
halten --> gehalten
geben --> gegeben
schlafen --> geschlafen
lassen --> gelassen
Slide 9 - Slide
Oefentoets:
Starke Verben
Slide 10 - Slide
Das starke Verb
Präsens
Slide 11 - Slide
Hoe herken je een sterk werkwoord in het Nederlands?
A
Een sterk werkwoord is altijd de persoonsvorm in de zin.
B
Er is een klinkerverandering van enkelvoud naar meervoud.
C
Er is een klinkerverandering van o.t.t. naar o.v.t..
D
Het voltooid deelwoord eindigt op een -d.
Slide 12 - Quiz
wat is een sterk werkwoord?
A
laufen
B
wohnen
C
sehen
D
spielen
Slide 13 - Quiz
fahren
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
fahre
fährst
fahrt
fahren
fährt
fahren
Slide 14 - Drag question
Een sterk werkwoord krijgt een klinker wisseling bij
A
ich, du
B
du, er/ sie/ es
C
ich, ihr
D
er, sie, es, ihr
Slide 15 - Quiz
Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert
A
a -> ä
B
a -> i
C
er verandert niets
D
a -> ie
Slide 16 - Quiz
sterke werkwoorden -a/-ä:
Du _______ aber sehr lang.
A
schlafst
B
schlaft
C
schläfst
Slide 17 - Quiz
het sterke werkwoord verlassen ziet er bij "du" als volgt uit:
A
verlassst
B
verlasst
C
verlast
D
verlässt
Slide 18 - Quiz
sterke werkwoorden -a/-ä:
Er ______ die Lösung.
A
rat
B
ratet
C
rät
D
rätst
Slide 19 - Quiz
Het sterke werkwoord halten
ziet er in de "ihr" vorm als volgt uit:
A
hälst
B
hält
C
halten
D
haltet
Slide 20 - Quiz
sehen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
sehe
sieht
siehst
sehen
seht
sehen
Slide 21 - Drag question
Bij sterke werkwoorden met een lange e-klank verandert
A
e -> ä
B
e -> i
C
er verandert niets
D
e -> ie
Slide 22 - Quiz
treffen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
treffe
trifft
triffst
treffen
treft
treffen
Slide 23 - Drag question
Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank verandert
A
e -> ä
B
e -> i
C
er verandert niets
D
e -> ie
Slide 24 - Quiz
Het sterke werkwoord helfen
ziet er bij "er" als volgt uit:
A
helft
B
hilft
C
hielft
D
helfe
Slide 25 - Quiz
het sterke werkwoord lesen ziet er bij "du" als volgt uit:
A
lest
B
liest
C
list
D
lesst
Slide 26 - Quiz
het sterke werkwoord essen ziet er bij "du" als volgt uit:
A
iest
B
isst
C
esst
D
essen
Slide 27 - Quiz
het sterke werkwoord essen ziet er bij "ihr" als volgt uit:
A
iest
B
isst
C
esst
D
essen
Slide 28 - Quiz
Uitzonderingen
lange e maar korte i-Wechsel
geben (du gibst, er gibt)
nehmen (du nimmst, er nimmt)
treten (du trittst, er tritt)
Uitzonderingen
geen e/i Wechsel
gehen (du gehst, er geht)
stehen (du stehst, er steht)
Slide 29 - Slide
Extra Übung zu Hause
Slide 30 - Slide
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
Ich (helfen) ... gern!
Slide 31 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
Ilonka (fallen) ... die Treppe hinunter.
Slide 32 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
(Sprechen) ... du Russisch?
Slide 33 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
Er (tragen) ... schöne Schuhe.
Slide 34 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
(Schlafen) ... ihr immer so lange?
Slide 35 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
Ich (fahren) ... mit dem Bus zur Schule.
Slide 36 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
Pete (nehmen) ... Chips mit!
Slide 37 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
(Essen) du ... heute Pizza?
Slide 38 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
Nina (lesen) ... am liebsten Comics.
Slide 39 - Open question
Vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in.
Frau Kern (geben) ... uns gern Süßigkeiten
Slide 40 - Open question
Welke 3 werkwoorden bevatten een lange e maar krijgen bij het vervoegen een korte i?
Slide 41 - Open question
Viele Fehler? Lerne die Grammatik noch mal!
Slide 42 - Slide
More lessons like this
5h-WHG - Starke Verben im Präsens und Perfekt
October 2023
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
A4_Sterke werkwoorden met e/i(e) Wechsel en A-Umlaut
March 2022
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5h-WHG - Starke Verben im Präsens und Perfekt
September 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
Sterke werkwoorden (o.t.t.)
June 2024
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3 K1 Grammatik
September 2023
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
5h-WHG - Starke Verben im Präsens und Perfekt
September 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
9-4-2021
April 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
diagnostische toets sterke werkwoorden (alle tijden)
April 2022
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4