Opdracht 1 blz.103

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Opdracht 1 blz. 103

Wat doe je NIET als je het onderwerp van een tekst wilt weten?

1. De titel lezen
2. De laatste alinea lezen
3. De tussenkopjes lezen
4. De eerste alinea lezen

Bekijk tekst 3

• Titel
• Tussenkopjes
• Illustraties
• Anders gedrutke woorden
• Eerste alinea 

Wat is het onderwerp van tekst 3?

1. De Turbopolyp van Hans van Tol
2. De relatie van Maikel van Hoof
3. Fans van de Turbopolyp
4. De extreme hobby van Maikel van Hoof

Welke bijzondere hobby heb jij?

Welke 2 opsommingen zie je?

Wat is GEEN voorbeeld van een opsommend signaalwoord?

1. morgen
2. en
3. ten slotte
4. ten derde

Welke 4 dingen doet Maikel van Hoof als hij op de kermis aankomt?

1

2

3

4

10 penningen kopen

beugel vastdoen

praatje met Hans van Tol

plaatsnemen in de gondel

Wat is GEEN voorbeeld van een chronologisch signaalwoord?

1. eerst
2. daarna
3. vervolgens
4. daarentegen

Zoek nog een opsomming in de tekst en noteer hem hier.

Wat bedoelt Maikel met 'een spektakel' (al. 3)?

1. Er worden spekjes uitgedeeld
2. Een spannende show
3. Een indrukwekkende show

Welk tegenstellend tekstverband zie je?

Wat is GEEN voorbeeld van een tegenstellend signaalwoord?

1. denk aan
2. ondanks dat
3. toch
4. daarentegen

'Als je verkering met iemand hebt, moet je wel dezelfde dingen leuk vinden.'
Ben jij het met Maikel eens? Leg uit.

Wat is GEEN voorbeeld van een toelichtend signaalwoord?

1. denk aan
2. bijvoorbeeld
3. terwijl
4. zoals

Welke 4 tekstverbanden ken je nu?

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Ik kan de 4 tekstverbanden herkennen in een tekst.

010

Aan het werk

Maak opdracht 2 op blz. 104.

Maak opdracht 4 op blz. 106.