Tips toetsweek

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Tips toetsweek

• Machtsverbanden

Inhoud=ribbe^3

5^1.3

• Wortelverband
• omgekeerd evenredig
• stippen/trapgrafiek
• gelijkwaardige formules 

Tips Toetsweek Punt 1

1. Je moet kunnen uitleggen wat alle cijfers in een formule inhouden.

Voorbeeld:

Maarten staat op een toren en laat een tennisbal vallen. De hoogte van de bal kun je berekenen met de formule

t = tijd in seconden en h = hoogte van de bal in meters. 

Vraag: Hoe hoog is de toren? 

h=100−5t​2​​

Tips Toetsweek Punt 2

Je moet uit een verhaaltjessom de info kunnen halen om iets een antwoord op de vraag te berekenen. (soms met inklemmen)

Voorbeeld:

Maarten staat op een toren en laat een tennisbal vallen. De hoogte van de bal kun je berekenen met de formule

t = tijd in seconden en h = hoogte van de bal in meters. 

Vraag: Bereken de hoogte van de bal nadat Maarten 3 seconden eerder de bal heeft laten vallen.

h=100−5t​2​​

Tips Toetsweek Tussendoor aanvulling

Je moet uit een verhaaltjessom de info kunnen halen om iets een antwoord op de vraag te berekenen. (soms met inklemmen) Dan heb je al een tabel gemaakt met grafiek

Voorbeeld:

Maarten staat op een toren en laat een tennisbal vallen. De hoogte van de bal kun je berekenen met de formule

t = tijd in seconden en h = hoogte van de bal in meters. 

Vraag: Op welk tijdstip is de bal op 85 meter hoogte?

h=100−5t​2​​

Tips Toetsweek Punt 3

Je moet begrijpen dat de groeifactor in een exponentiële formule de factor is en dat je daarmee de procentuele toe-afname kan berekenen.

Voorbeeld: 

Een potje slootwater bevat in het begin 100 bacteriën. Elk uur neemt het aantal bacteriën x4 toe. De formule die hierbij hoort, is:

Vraag: Met hoeveel procent neemt het aantal bacteriën per uur toe? 

Groeifactor x 100 - 100 = procentuele toe- of afname

b=100⋅4​t​​

Tips Toetsweek Punt 3

Je moet begrijpen dat de groeifactor in een exponentiële formule de factor is en dat je daarmee de procentuele toe-afname kan berekenen.

Voorbeeld: 

Een potje slootwater bevat in het begin 100 bacteriën. Elk uur neemt het aantal bacteriën af. De formule die hierbij hoort, is:

Vraag: Met hoeveel procent neemt het aantal bacteriën per uur af? 

Groeifactor x 100 - 100 = procentuele toe- of afname

b=100⋅0,78​t​​

Aanvulling 

Je moet met alle formules kunnen rekenen, maar zeker met de exponentiele

Tips Toetsweek Punt 4

Lineaire formule uit een verhaaltjessom maken

y = begingetal + hellingsgetal x X

Voorbeeld:

In 2005 zet Pietje 30 000 euro op zijn spaarrekening. In 2010 heeft Pietje al 40 000 euro gespaard. Volgens de bank spaart Pietje volgens een lineaire stijging. 

Vraag: Geef een formule die bij deze stijging hoort. Neem voor a het aantal jaren en voor s het totaal spaarbedrag. 

Oefeningen die je kunnen helpen 

• H7.1 Siervijver opgave 10-11-12
• eindlengte opgave 24-25-26
• vergelijken 63
• Fiets 72-73
• Weerballon 74-75-76
• Oefentoets H2-H4 en H7
• Dtoets H2 en Dtoets H4
• Proeftoets