spelling les persoonsvorm verleden tijd

Wat gaan we doen?
- Met behulp van het w3 schema de
persoonsvorm van zwakke werkwoorden in 
de verleden tijd schrijven. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
- Met behulp van het w3 schema de
persoonsvorm van zwakke werkwoorden in 
de verleden tijd schrijven. 

Slide 1 - Slide

Hoe kan je de persoonsvorm in de zin vinden
A
De zin vragend maken.
B
De zin achterstevoren lezen.
C
De zin van tijd veranderen.
D
Het onderwerp veranderen.

Slide 2 - Quiz

Vul bij de volgende vragen in wat de persoonsvorm is.

Slide 3 - Slide

De meester vraagt of ik de kwasten weg wil leggen.

Slide 4 - Open question

In de pauze fietst Sam naar huis.

Slide 5 - Open question

zwakke werkwoorden
Zo schrijf je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd:
enkelvoud: stam + -te of stam + -de 
(speelde, pakte)
meervoud: stam + -ten of stam + den 
(groeiden, werkten)
'T KOFSCHIP 

Slide 6 - Slide

- broeden
ik-vorm: ____________________
ander-vorm: ________________
meer-vorm: _________________
- starten
ik-vorm: ____________________
ander-vorm: ________________
meer-vorm:_________________
- rennen
Ik-vorm:____________________
ander-vorm: ________________
meer- vorm:_________________


Slide 7 - Slide

Vul de goede persoonsvorm in de verleden tijd in: (zorgen)

Ik _____ voor mijn zieke broertje.

Slide 8 - Open question

Vul de goede persoonsvorm in de verleden tijd in: (snoepen)

Wij ________ uit de koekjestrommel van de juf.

Slide 9 - Open question

Vul de goede persoonsvorm in de verleden tijd in: (plagen)

Mijn zussen _______ mij met grapjes.

Slide 10 - Open question

Wat mag je doen?
- Bladzijde 89 in het werkboek.

Klaar?
-   15 opdrachten van werkpakket 88 op snappet.
klaar?
-  Verder met de weektaak.
timer
15:00

Slide 11 - Slide