11 mavo2 chap1 eind grl5e

le programme
  • Présence      
  • Phrases-clés + vocabulaire 
  • Uitleg/vragen stellen 
  • zelfstandig diagnostische toets maken

Je m'appelle 
Madame Stegenga

PS
enquête
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

le programme
  • Présence      
  • Phrases-clés + vocabulaire 
  • Uitleg/vragen stellen 
  • zelfstandig diagnostische toets maken

Je m'appelle 
Madame Stegenga

PS
enquête

Slide 1 - Slide

l'objectif / lesdoel
Je hebt vragen gesteld over de stof van hoofdstuk 1 en je begrijpt de stof

Slide 2 - Slide

Studiewijzer
chapitre 1
Magister

Slide 3 - Slide

Bonjour!
  • C'est qui, ton meilleur ami? 
  • Vous êtes souvent ensemble?
  • Tu as un rendez-vous samedi? 
  • Qu'est-ce que vous aimez faire?
  • Tu aimes faire du foot? 



Slide 4 - Slide

Vocabulaire A B E F G
aussi
toujours
nouveau/nouvelle
d'abord
puis
enfin
beaucoup
rencontrer
la plage
faire du foot
chercher
avoir soif
la question
inviter
lire
la nuit
le rendez-vous
samedi
le plaisir
avoir peur
la fête

Slide 5 - Slide

Vocabulaire A B E F G
grave
le livre
mercredi
d'abord
disponible
sympa
la porte
jeudi
le verre
fatigué(e)
amoureux
le petit ami
quoi
ton meilleur ami
parce que
donc
la blague
comment
vite
demain

Slide 6 - Slide

à choix - naar keuze
  • voorbeelden toetsvragen
  • werkblad werkwoorden op -er = oefening + uitleg
  • huiswerk in je boek gemaakt?: nakijkbundel
  • uitleg bijvoeglijk naamwoord; vragen n.a.v. H30 31? 
  • zelfstandig diagnostische toets maken
  • WAT ZIJN JOUW VRAGEN?






Slide 7 - Slide

voorbeelden toetsvragen
1. Marianne va rencontrer / lire un beau livre. 
2. Je n'aime pas avoir peur
3. Luc (heeft een hekel aan) les maths. (présent)
4. Nadine et Laura sont très (sportif), et (beau) aussi.
5. Tu as un rendez-vous samedi? (vertaal)

+ luister
en lees

Slide 8 - Slide

1. Als je de letters -er weghaalt, hou je de stam van het ww over.
2. Achter deze ‘stam’ plak je vervolgens de goede uitgang.

Voorbeeld: travailler (werken)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

bijv. nw
c'est une (bon) ..................... question!
Sophie est (amoureux)....................... 
Mais Jean n'est pas (amoureux) ..................
Guillermo est un garçon (italien).................
Ariana est une fille (italien)...................
Voilà, trois (vieux) .................. maisons.
Josephine et Marie sont (grand)..................

Slide 11 - Slide

page 16

Slide 12 - Slide

de plek van het bijv.nw: altijd achter het zelfstandig naamw., 
behalve deze, die komen ervoor:
beau bon joli
haut long petit
jeune vieux et grand
gros mauvais méchant
large, gentil et premier
autre nouveau et dernier


PS dit wordt nu niet getoetst

Slide 13 - Slide

les devoirs
CHAPITRE 1
proefwerk volgende les

bonne chance!!

Extra hulp nodig? 
Mail mij!



Slide 14 - Slide

évaluation
Wat heb je geleerd in deze les? 


Volgende keer: proefwerk




Slide 15 - Slide

au revoir! 

Slide 16 - Slide