BK 2 Taalverzorging - Sportief - Perron 1 - les 2

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
  1. Weet je wat leenwoorden zijn.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
  1. Weet je wat leenwoorden zijn.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Veel Nederlandse woorden hebben we van een andere taal geleend. We noemen dit soort woorden daarom leenwoorden.
We komen aan die woorden door de handel met andere landen. Ook hebben mensen uit andere landen die in Nederland zijn komen wonen, voor nieuwe woorden gezorgd. Meestal schrijven we die leenwoorden zoals ze in de oorspronkelijke taal geschreven worden. Bijvoorbeeld de penalty (vanuit het Engels) of de douche (vanuit het Frans).
De laatste jaren is het aantal Engelse leenwoorden enorm gegroeid. Dat heeft te maken met het toenemende gebruik van computers, mobiele telefoons en tablets. Bijna alle woorden die te maken hebben met computers of tablets lenen wij uit het Engels.

Slide 3 - Slide

Kies uit: wonen - Leenwoorden - computer, mobiele telefoons - handel - tablets - Engels.
1
.....?..... zijn woorden die we uit een andere taal hebben overgenomen. 
2 Dat hebben we gedaan, omdat wij door onze
....?...... altijd veel contact met andere landen en dus met andere talen hadden. 
3 Ook mensen die in Nederland komen.........?........, nemen vaak woorden vanuit hun taal mee. 
4 We krijgen steeds meer leenwoorden uit het
......?..... Dat komt door het toenemende gebruik van .....?........ en ..........?.........
.

Slide 4 - Slide

Leenwoorden zijn woorden uit een andere taal die in het Nederlands gebruikt worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Veel Nederlandse leenwoorden zijn afkomstig uit het Engels.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Leenwoorden uit het Engels hebben allemaal te maken met de computers, tablets en mobiele telefoons.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Leenwoorden ontstaan door contact met anderstaligen via handel.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Mensen die in Nederland komen wonen nemen woorden uit hun taal mee.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Oefenen
Maak opdracht 11 t/m 14 van Taalverzorging - Sportief - Perron 1
Je krijgt 10 minuten de tijd.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Is het lesdoel gehaald?

Slide 15 - Slide

Leenwoorden

Slide 16 - Mind map

Huiswerk
Zie Magister: Taalverzorging - Sportief! - Perron 1:
lezen en leren theorie: Weer over hoofdletters en leestekens
maken opdr. 15, 16 en 17

Slide 17 - Slide

Dit is het einde van de les
Je mag je spullen opruimen
Schuif je stoel netjes aan
Je mag pas weg als de BEL is gegaan

Slide 18 - Slide