This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Wat ligt er bovenop deze patat.
Slide 1 - Open question
Deze snack komt ui Amerika.
Slide 2 - Open question
Hoe heet dit Japanse gerecht?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Ken jij nog zo'n woord?
Slide 5 - Open question
lesdoel
Ik weet wat leenwoorden zijn en ik kan leenwoorden herkennen in een zin.
Slide 6 - Slide
Wat zijn leenwoorden?
Leenwoorden zijn woorden die oorspronkelijk uit een andere taal komen, maar die wij tegenwoordig ook in de Nederlandse taal gebruiken.
Vaak is er geen Nederlands woord voor.
Door de schrijfwijze en uitspraak kun je zien dat het leenwoorden zijn.
Slide 7 - Slide
Luister en kijk goed, straks komen er vragen over dit verhaaltje.
‘Gisteren ging ik naar een restaurant. Ik bestelde spareribs met barbecuesaus. Als dessert nam ik een dame blanche. Thuis ging ik op het internet surfen naar leuke gadgets. Ik twijfel nog tussen een e-reader en een tablet.’
Slide 8 - Slide
Welke leenwoorden uit het verhaaltje weet je nog?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Wat is een Engels leenwoord?
A
shirt
B
broek
C
rok
D
trui
Slide 11 - Quiz
Wat is een Latijns leenwoord?
A
koukleum
B
museum
C
kasteel
D
boom
Slide 12 - Quiz
Wat is een Frans leenwoord?
A
sticker
B
badkamer
C
spiegel
D
douche
Slide 13 - Quiz
'Sparerib' is een leenwoord uit het...
A
Spaans
B
Frans
C
Engels
Slide 14 - Quiz
Welk woord is een leenwoord?
A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel
Slide 15 - Quiz
Welk woord is geen leenwoord?
A
restaurant
B
spareribs
C
barbecuesaus
D
jurk
Slide 16 - Quiz
Welk woord is geen leenwoord?
A
dessert
B
gadgets
C
huiskamer
D
e-reader
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Welke leenwoorden komen uit het Engels? Ga maar slepen.
ENGELSE LEENWOORDEN
Slide 19 - Drag question
Uit welke taal komen de leenwoorden 'gadget, e-reader en tablet' ?
Slide 20 - Open question
Uit welke taal komen de leenwoorden 'dessert, dame blanche en restaurant' ?