1. Ik ben op tijd in het lokaal en gedraag mij rustig.
2. Ik doe mijn telefoon in de telefoontas(bak) of in mijn tas.
3. Ik leg mijn wiskunde spullen op tafel.
4. Ik doe mee met de les.
5. Ik praat niet door de les heen.
6. Ik vind wiskunde echt leuk :)