1M2 30-10-2019

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

What are we going to do today?
- Who is here? + books
- Reading
- What did we do last time?
- Checking homework
- Interrogative pronouns
- Exercises + making homework
- End of lesson

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

timer
10:00

Slide 4 - Slide

What did we do last time?

Slide 5 - Slide

Object pronouns..?
What are they?

Slide 6 - Slide

Let's check the homework together. Did we check 39, 41, 42, 49 and 50? If yes, let's check 55 and 56!

Slide 7 - Slide

For today..
Aim of the lesson:
Knowing the interrogative pronouns ('vragende voornaamwoorden')

Open your book on page 70

Slide 8 - Slide

Interrogative pronouns
Vragende voornaamwoorden ('interrogative pronouns') gebruik je om vragen te stellen. Ze staan bijna altijd aan het begin van de zin. We noemen ze de 'wh'-woorden. Er is 5 keer een W en één keer een H.

Één van de woorden is 'who'. Wie kan mij de andere vier geven?
En wie weet welk woord er met een H begint?

Slide 9 - Slide

What are the interrogative pronouns?
Who? = Wie? (iemand)
What? = Wat? (iets)
When? = Wanneer? (tijd)
Why? = Waarom? (reden/uitleg)
Where? = Waar? (plaats)
Which? = Welke? (specifiek iets)

How = Hoe? (manier)

Slide 10 - Slide

Now, do the exercise on the sheet I gave you. Done? Do exercise 57
timer
1:00

Slide 11 - Slide

For next time..
Aim for the lesson: 
Knowing the interrogative pronouns ('vragende voornaamwoorden')

- Do exercise 57
- Study Grammar 2
- Bring your reading book!

Slide 12 - Slide