This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Organismen ordenen
Slide 1 - Slide
Leerdoel
1. Je leert dat je organismen in 4 rijken kunt verdelen
2. Je leert wat de kenmerken van de 4 rijken zijn
3. Je leert waar de 4 rijken in het vertakkingsschema staan
Slide 2 - Slide
rijk en celkenmerken
Plantenrijk
Celkern Celwand Bladgroenkorrels
4
rijk en celkenmerken
Rijk van de schimmels
Celkern - Celwand
2
rijk en celkenmerken
Rijk van de dieren
Celkern
3
rijk en celkenmerken
Rijk van de bacteriën
celwand
1
Slide 3 - Slide
biologiepagina.nl
Slide 4 - Link
Wat is een rijk?
Slide 5 - Open question
Welke 4 rijken zijn er?
Slide 6 - Open question
Dit zijn celkenmerken
A
Celkern- Celwand Bladgroenkorrels
B
Plant - Dier - Schimmel
C
cel onder de microscoop en cel met het blote oog te zien
D
Bacterie - Schimmel - Plant - Dier
Slide 7 - Quiz
Plantencel Welke celkenmerken wel/niet?
Slide 8 - Open question
Organismen worden ingedeeld in de rijken:
A
Planten - Dieren
B
Bacteriën - Schimmels
C
Dieren - Planten - Bacteriën - Schimmels -Mensen
D
Bacteriën - Schimmels - Planten - Dieren
Slide 9 - Quiz
Fotosynthese Wat is => NIET waar
A
Dit vindt plaats bij sommige dieren en alle planten
B
Dit vindt plaats in groene planten
C
Dit vindt plaats in de bladgroenkorrels
D
Hierdoor maakt de plant zijn eigen voedsel
Slide 10 - Quiz
Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel
Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie
Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel
Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel
Cel 2: plantaardige cel
Slide 11 - Quiz
Kan dit een wangslijmvliescel zijn?
A
ja
B
nee
C
dat kun je niet weten
D
nee, dit is een schimmel
Slide 12 - Quiz
Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 13 - Quiz
Een cel van een schimmel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 14 - Quiz
Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 15 - Quiz
Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 16 - Quiz
Welk kenmerk heeft alleen de sla?
Slide 17 - Open question
Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel
Slide 18 - Quiz
Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel
Slide 19 - Quiz
De veroorzaker van deze ziekten heeft alleen een celwand. Het is een......
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel
Slide 20 - Quiz
Een slak hoort bij de afdeling van de:
A
wormen
B
weekdieren
C
geleedpotigen
D
gewervelden
Slide 21 - Quiz
In de afbeelding zie je een zee-egel. Welke bewering over de zee-egel is waar?
A
De zee-egel heeft een uitwendig skelet.
B
De zee-egel hoort bij de weekdieren.
C
De zee-egel is tweezijdig symmetrisch.
D
De zee-egel leeft op de bodem van de zee.
Slide 22 - Quiz
Net als andere organismen bestaan planten uit cellen.
Hebben plantencellen: Zet het sterretje op het juiste antwoord. Denk om de kleuren!
Een celwand:
Een celkern:
Bladgroenkorrels:
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Slide 23 - Drag question
In de afbeelding zie je een doorsnede van het skelet van een dode schildpad.
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
Slide 24 - Quiz
Bij het indelen van dieren in de juiste groep kijk je ook naar de symmetrie van het lichaam. Wat geldt voor het lichaam van de schildpad?
A
Het lichaam is niet symmetrisch.
B
Het lichaam is tweezijdig symmetrisch.
C
Het lichaam is veelzijdig symmetrisch.
Slide 25 - Quiz
Welke van deze planten kan zich voortplanten door middel van sporen?
A
Den
B
Mos
C
Paardenbloem
Slide 26 - Quiz
In de afbeelding zie je de groene zeeslak. Dit dier dankt zijn groene kleur aan de bladgroenkorrels in zijn lichaamscellen. De zeeslak neemt bladgroenkorrels op in zijn lichaam door algen te eten. De algen die de zeeslak eet, zijn