Het verteringsstelsel en organen van het verteringsstelsel

Het verteringsstelsel
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het verteringsstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesstof
Basis: 2.4 + 2.6
Kader: 2.3 + 2.4

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Herhaling vorige les
Leerdoelen
Uitleg verteringsstelsel
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Brandstoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen
Reservestoffen

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Herhaling BS 1 en 2
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

lesdoel
Je kunt de functie van verteringssappen en enzymen noemen.
Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.

Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig. Om de voedingsstoffen te gebruiken, moet je lichaam het voedsel verteren. Dat doet het verteringsstelsel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van het verteringsstelsel?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Verteren
  • Wat is vertering?
  • Hoe wordt eten verteerd?
  • Stap 1 en stap 2
  • Wat doen verteringsklieren?
  • Noem een verteringssap

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vertering
  • Verteringsstelsel 
  • Darmkanaal 

  • Direct opnemen: glucose, water, vitaminen en mineralen. 
  • Niet direct opnemen: eiwitten, koolhydraten en vetten. 
  • Dit moet verteerd worden


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kauwen stap 1
(Mechanische vertering)
Verteringssappen stap 2
(Chemische vertering)

Slide 10 - Slide

Mechanische vertering
Verteringssappen
Verteringsklieren:
  • Speekselklieren 
  • Maagsapklieren 
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Darmsapklieren

De voedingsstoffen worden in kleine stukjes geknipt zodat ze door de darmwand kunnen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Enzymen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Darmperistaltiek
    Schema darmperistaltiek

  1. Lengtespieren ontspannen; kringspieren trekken samen.
  2. Darmkanaal wordt nauwer en duwt voedsel vooruit.
  3. Lengtespieren trekken samen; kringspieren ontspannen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bouw dunne darm
  • Groot oppervlak door darmplooien en darmvlokken
  • Door darmwand naar bloedvaten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Welke stof kan zo zonder vertering in het bloed worden opgenomen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Koolhydraten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen functie van darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij filteren

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Organen voor vertering

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent verteren?
A
het afbreken van grote voedingsstoffen in kleinere stoffen
B
Het opbouwen tot grote voedingsstoffen
C
het toevoegen van verteringssappen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet een voedingsmiddel na de vertering?
A
Verteringssap
B
Verteringsklier
C
Verteringsproduct
D
Verteringsstelsel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke voedingsstoffen hoef je niet te verteren?
A
water
B
mineralen
C
vitaminen
D
alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het nut van kauwen?
A
voedingsstoffen opnemen
B
oppervlakte vergroten
C
kaakspieren versterken

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

6. Hoektanden zijn puntiger dan snijtanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor ontstaan de peristaltische bewegingen van de darmen?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Lengte- en kringspieren

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke taak hoort bij welk orgaan? Maak de juiste combinatie
eiwitvertering
koolhydraat-
vertering
galproductie
opname voedingsstoffen

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

De maagsapklieren
De lever
De speekselklieren
De darmsapklieren
De alvleesklier

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Noem zo veel mogelijk organen in het verteringsstelsel

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen
- kan je de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De organen voor vertering liggen voornamelijk in de romp.

Belangrijke organen voor vertering zijn de slokdarm, de maag, de lever, de dunne darm en de dikke darm.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Mondholte
De vertering van voedsel begint in de mondholte.

Je hebt in de vorige les gezien dat je met je gebit het voedsel in kleine stukjes verdeeld.


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Mondholte
Je speekselklieren produceren speeksel (een verteringssap).
Speeksel maakt het inslikken van het voedsel gemakkelijker.

Met je tong duw je het voedsel van de mondholte naar de keelholte. Door te slikken wordt het voedsel in de slokdarm geduwd.


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Bij het slikken wordt de neusholte afgesloten door de huig en de luchtpijpje met het strotklepje.
Het voedsel kan daardoor alleen de slokdarm in.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Maag
maag
In de wand zitten maagsapklieren die maagsap produceren; maagsap bevat zoutzuur

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Maag
Kringspieren en lengtespieren in de maagwand zorgen dat je maag altijd in beweging is
Door deze beweging wordt het voedsel goed gemengd met het maagsap

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Maag
Onder de maag zit het maagportier: een kringspier die de maag afsluit van de twaalfvingerige darm
De maagportier laat telkens maar kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm.
Hierdoor heeft de maag een functie als tijdelijke opslagplaats voor voedsel.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Twaalfvingerige darm
Via de maagportier komt het voedsel in de twaalfvingerige darm. In de twaalfvingerige darm komen de afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier uit.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Gal
Gal is belangrijk voor de vertering van vetten.

Gal verdeelt grote druppels vet in kleinere druppeltjes.

Dit noem je emulgeren.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Dunne darm
- bevat darmsapklieren die darmsap produceren
- de darmwand heeft veel darmplooien met darmvlokken (uitstulpingen): oppervlaktevergroting
- in de darmvlokken zitten bloedvaten
- voedingsstoffen kunnen door de darmwand heen naar de bloedvaten
-
ongeveer 5 meter lang

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Darmen
- blinde darm met wormvormig aanhangsel (appendix)
- water wordt uit het voedsel gehaald
- laatste deel: endeldarm met een kringspier (anus)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm
De dikke darm is ongeveer anderhalve meter lang.
In de dikke darm wordt water onttrokken uit de niet verteerde voedselresten. Het water gaat het bloed in.
Hierdoor wordt je ontlasting dikker.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Ga leren voor het SO (en check of je de opgaven allemaal gemaakt hebt):

Basis: 2.4 + 2.6
Kader: 2.3 + 2.4

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 51 - Slide

This item has no instructions