2.4 Schrijven en formuleren - Talent

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel

Slide 1 - Slide

Lekker lezen
Pak je schrift en begin met lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen



timer
10:00

Slide 2 - Slide

Fictiedossier

1. Op welke bladzijde van je boek ben je nu?
2. Welke opdracht ga je kiezen van het fictiedossier?
3. Wanneer ga je beginnen met je opdracht?

Startopdracht
timer
10:00

Slide 3 - Slide

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Slide 4 - Slide

Check
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

2.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf leer je:

• hoe je een nieuwsbericht schrijft;
• hoe je kunt variëren in zinsbouw en woordkeuze.

Slide 6 - Slide

Formeel of informeel
Weet je het nog?

Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.

Slide 7 - Slide

Weet je het nog?
Een zakelijke brief schrijf je volgens een vaste indeling.

inleiding
• Je vertelt waarom je de brief schrijft: de aanleiding.
• Je vertelt ook wat je wilt: het doel van je brief.

kern
• Je legt uit wat je precies wilt weten of je geeft zelf informatie. Hierbij kun je de 5W1H-vragen gebruiken.
• De kern kan meer alinea’s hebben: voor elk deelonderwerp gebruik je één alinea.

slot
• Je schrijft in de laatste alinea wat je van de lezer wilt.
• Je kunt de lezer ook bedanken voor de moeite of de aandacht.

Slide 8 - Slide

Schrijven in alinea's
Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail). Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.

• Bespreek in elke alinea één deelonderwerp.

• Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.


Slide 9 - Slide

Talent  blz. 109

Maak aantekeningen, schrijf moeilijke woorden op en noteer de begrippen
Instructie en Aantekeningen

Slide 10 - Slide

Nieuwsbericht
afspraken
•Houd het bericht kort.
         Wel: alle belangrijke feiten. 
         Niet: onbelangrijke details.
• Schrijf over één onderwerp.
• Geef antwoord op de 5W1H-vragen
 wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
• Schrijf de belangrijkste feiten in de inleiding.
• Geef het bericht een korte, duidelijke titel.
• Schrijf alleen over feiten, geef niet je mening.

Slide 11 - Slide

voorbeeld

Slide 12 - Slide

Woordkeuze en zinsbouw variëren
Een tekst leest prettig als je niet steeds dezelfde woorden herhaalt, maar je woordkeuze varieert. Je gebruikt dan:
een verwijswoord: Johan stemt op GroenLinks, want hij vindt het klimaat belangrijk.
een synoniem: De leerlingen van 2A ging op schoolreis. Dit uitstapje was een leuke dag.
een omschrijving: Filo pakt het mesje. Met dit keukengereedschap haalt hij de schil van de aardappel.

Een tekst leest ook prettig door afwisseling in de zinsbouw. Dat is de woordvolgorde in een zin. Begin bijvoorbeeld niet elke zin met ‘Ik ...’, of ‘Toen ...’. Begin ook niet elke zin met hetzelfde zinsdeel, bijvoorbeeld het onderwerp.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Aan het werk!

Ik wil graag nog meer uitleg
Ik ga de opdrachten uit het boek maken.
NUMO

Slide 15 - Poll

Nakijken
Herhaling H1 + theorie
Wat?
maken opdr. 1 t/m 4
maken opdr. 5 en 6 - oefenen versterk jezelf
opdr. 9 en 10 + schrijftaak in de les maken (in schrift)
Hoe?
Eerst de opdracht goed lezen.
Daarna de vragen beantwoorden in je werkboek .
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
numo/lezen
Opdracht 
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Fictiedossier
Je leest een boek,
je kiest een opdracht, 
je levert de opdracht in (SOM)

elke woensdag check of het allemaal lukt

Slide 17 - Slide

2.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf heb je geleerd:

• hoe je een nieuwsbericht schrijft;
• hoe je kunt variëren in zinsbouw en woordkeuze.

Slide 18 - Slide

HOE GING HET DEZE LES?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Bij de les?

-Alles af?

- Vragen?
Volgende les:

Woorden 2.5

Slide 20 - Slide