H8.6 Gedrag bij mensen

8.5 Gedrag bij mensen
8.6 Gedrag bij mensen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.5 Gedrag bij mensen
8.6 Gedrag bij mensen

Slide 1 - Slide

Lesplanning

  • Terugblik vorige les
  • Uitleg H8.6
  • Lesafsluiting
  • Huiswerk maken

Slide 2 - Slide

Wat is dit voor gedrag ?

A
Territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Imponeergedrag

Slide 3 - Quiz

Wat is dit voor
gedrag?
A
Territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Imponeergedrag

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?
Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
Dreiggedrag
B
Vluchtgedrag
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 6 - Quiz

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 7 - Quiz

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat voor soort gedrag zie je hier?
A
Territoriumgedrag
B
Imponeergedrag
C
Dreiggedrag
D
Broedzorg

Slide 9 - Quiz

Taakverdeling

Slide 10 - Slide

Lesdoel van vandaag
8.6.1 Je kunt de overeenkomsten en de verschillen noemen tussen gedrag van mensen en gedrag van dieren.

Slide 11 - Slide

Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag. 
Dit wordt bij dieren vaak instinct genoemd

Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren.
Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Bij mensen speelt leren een belangrijkere rol dan bij dieren. 
Aangeboren & aangeleerd

Slide 12 - Slide

Aangeboren vs aangeleerd gedrag
Aangeboren
  • Zuigreflex
  • Gelaatsuitdrukking

Aangeleerd
Geluidjes, oogcontact en lichamelijk contact zorgt voor sociale ontwikkeling

Slide 13 - Slide

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 14 - Slide

Communicatie
  • Verbaal
  • Non-verbaal 

Waarom zo belangrijk?

Slide 15 - Slide

Communicatie
  • Is bij mensen ver ontwikkeld; praten.
  • Uitgebreide taal. 
  • Ook muziek, schrijven, film gelaatsuitdrukkingen. 
  • Gebaren en gezichtsuitdrukkingen
  • Taal is niet voor alle mensen hetzelfde.
  • Gebaren kunnen ook verschillen per cultuur.

Slide 16 - Slide

  • Leren speelt een grote rol.
  • Prikkels, sleutelprikkels en supranormaleprikkels zijn van invloed hierop (vb. telefoongebruik).
  • Gedrag wordt beïnvloed door normen en waarden.



Gedrag bij mensen

Slide 17 - Slide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.

Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.
Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 18 - Slide

Normen en waarden
Deze veranderen met de tijd. 

Slide 19 - Slide

Rolpatroon
  • Iedereen heeft meerdere rollen; per relatie kan die rol verschillen.
  • Partner, moeder, oma, docent, werknemer, etc.
  • Verwachtingen die bij een rol horen; rolpatroon.
  • Kan een conflict opleveren.
  • Traditionele rolpatronen. 

Slide 20 - Slide

Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon

Slide 21 - Slide

Lesdoel: Je kunt de overeenkomsten en de verschillen noemen tussen gedrag van mensen en van dieren.

Noem deze.

Slide 22 - Open question

Overeenkomsten
Verschillen
- Beide worden bepaald door erfelijke factoren en aangeleerd gedrag

- Beide zijn gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels

- Beide vertonen territoriumgedrag, imponeergedrag en dreiggedrag
- Het gedrag bij mensen wordt sterker bepaald door leerprocessen

- Mensen kunnen hun gedrag beter beoordelen aan de hand van normen en waarden


Menselijk en dierlijk gedrag

Slide 23 - Slide

Aan het (huis)werk
Af: 6 juni 
Opdracht 1, 2, 3 en 6

Huiswerk controle: H8.5
Opdracht 1, 2, 3 en 7

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide