Creatief schrijven & spelling les 3: overeenkomsten/bijvoeglijke naamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Creatief schrijven & Spelling

les 3

Nederlands Periode 1 VWO 1 2022-2023

Lezen

10 minuten

terugblik

...je weet wat de kenmerken zijn van een sprookje.

...je weet het verschil tussen volkssprookje en cultuursprookjes.

Aan het einde van deze les...

... heb je de theorie van de vorige les herhaald.

...heb je verschillen en overeenkomsten gevonden van het sprookje Roodkapje.

Weten we het nog?
Wat heb je geleerd over hoofdpersonen in sprookjes?

Wat heb je geleerd over plaatsen in sprookjes?

Wat heb je geleerd over de opbouw van sprookjes?

Roodkapje

• Lees Roodkapje van je blad en onderstreep de kenmerken van sprookjes
  
• Roodkapje van gebroeders Grimm: https://www.grimmstories.com/nl/grimm_sprookjes/roodkapje
  

Wat zijn de verschillende personages
in het sprookje Roodkapje

Wat zijn de overeenkomsten?

Welke personages komen voor in het gelezen verhaal van roodkapje?

Moraal, wijze (levens)les

Sprookje	Moraal
Roodkapje	Je moet luisteren naar wat je ouders zeggen
Sneeuwwitje en de 7 dwergen	Je moet niet zomaar aanwijzingen van vreemden opvolgen
Het lelijke eendje	Je moet nooit alleen naar de buitenkant van iemand kijken. Juist door naar de binnenkant te kijken zie je hoe mooi iemand is.
Hans en Grietje	Je moet nooit zomaar vreemde mensen vertrouwen
De nieuwe kleren van de keizer	Als je zo ijdel bent dat je geen weloverwogen beslissingen meer kunt nemen dan zul je daar uiteindelijk voor gestraft worden.
Assepoester	Als je goed bent voor anderen, dan krijg je dit vanzelf een keer terug. Tegelijkertijd laat het sprookje ook zien dat valsheid wordt bestraft

Zelfstandige naamwoorden

• Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw of zn).

• Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. 
• Suzanne (naam) en Zwolle (plaats) zijn dus zelfstandige naamwoorden.
  
• De blonde jongen
• De dronken vrouw
• De ronde tafel
• Het lieve meisje

Bijvoeglijke naamwoorden en woorden die ’kleur’ geven aan een verhaal

• De prins gaf de prinses een kus.
• De dappere prins gaf de mooie prinses een dikke kus.

• De kabouter woont in een huis.
• De stoere kabouter woont in een klein huisje aan de rand van het bos.

• De heks keek naar Hans en Grietje.
• De enge, lelijke heks loerde met hongerige ogen naar de vrolijk spelende Hans en Grietje.

• De tovenaar ging naar de grot.
• De stokoude, mysterieuze tovenaar rende bliksemsnel naar de grot die verscholen lag in de donkere bossen.

Wat ging goed?

Ik weet wat het moraal van een verhaal is

Ja

Nee

Een beetje

Ik weet wat kenmerken van een sprookje zijn

Ja

Nee

Een beetje

Ik weet wat bijvoeglijke naamwoorden zijn

Ja

Nee

Een beetje

Huiswerk

• Kies drie van de sprookjes onder De mooiste sprookjes van Anderson.
  
• https://www.andersenstories.com/nl/andersen_sprookjes/favorites

• Opdracht: Lees samen met je buurman of buurvrouw het sprookje. Maak daarna samen slide 10 voor jezelf in LessonUp.

1. Welk sprookje heb jij gelezen?
2. Welke kenmerken heb je ontdekt in jullie gelezen sprookje?