Haben und Sein_ 18.09_1A


Guten Morgen! 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Guten Morgen! 

Slide 1 - Slide


Deze onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren! 


haben = hebben     sein= zijn. 

Hoe was het ook alweer?

Slide 2 - Slide

haben und sein

Slide 3 - Slide

Lieder haben und sein

Slide 4 - Slide

Du (sein)
timer
0:10
A
ist
B
sein
C
bin
D
bist

Slide 5 - Quiz

ik heb
timer
0:10
A
ich hat
B
ich haben
C
ich habe
D
ich habt

Slide 6 - Quiz

sein: ihr
timer
0:10
A
sind
B
seid
C
sein
D
sindet

Slide 7 - Quiz

jullie hebben
timer
0:10
A
ihr habt
B
ihr haben
C
ihr habe
D
ihr hat

Slide 8 - Quiz

wir (sein )
timer
0:10
A
seien
B
sind
C
sein

Slide 9 - Quiz

jij hebt
timer
0:10
A
du hast
B
du haben
C
du habe
D
du habt

Slide 10 - Quiz

Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Video

Telwoorden 1-100 (die Zahlen)

Schau mit in deinem Buch S. 20 Aufgabe 12+13
Wir hören zu.

-Wat valt op?

Slide 13 - Slide

Vraagwoorden

Slide 14 - Slide

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'was' in het Nederlands?
A
wat
B
wie
C
hoe
D
waar

Slide 15 - Quiz

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie' in het Duits?
A
wer
B
wohin
C
woher
D
wann

Slide 16 - Quiz

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie (nl)' in het Duits?
A
wer
B
wohin
C
woher
D
wann

Slide 17 - Quiz

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wohin' in het Duits?
A
waarvandaan
B
waar
C
wanneer
D
waarheen

Slide 18 - Quiz

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie' in het Nederlands?
A
wie
B
hoe
C
waar
D
wanneer

Slide 19 - Quiz

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'waarheen' in het Duits?
A
wer
B
wohin
C
woher
D
wann

Slide 20 - Quiz