1J. 10.5 Rekenen met decimale getallen

Hoofdstuk 10. Breuken
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 10. Breuken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe?

  • Terugblik
  • Korte Quiz
  • Zelfstandig werken vanaf 13.45 uur (uiterlijk)
  • Afronden van de les (13.55 uur)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 10. Breuken
Vragen over 10.4 Decimale getallen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 10. Breuken
Vragen over 10.4 Decimale getallen?
Samen: 34, 37, 40

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

10.5 Rekenen met decimale getallen
Leerdoelen:

  • Je leert vermenigvuldigen met 1000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?

Slide 13 - Slide

Dus % betekent: 'gedeeld door 100'.

34,78 x 10 =


Slide 14 - Open question

This item has no instructions


34,78 x 100 =



Slide 15 - Open question

This item has no instructions


34,78 x 1000 =


Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Als ik een getal vermenigvuldig met 1000, dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Als ik een getal vermenigvuldig met 100, dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Als ik een getal vermenigvuldig met 10, dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,1 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,01 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Als ik een getal vermenigvuldig met 0,001 dan schuift de
komma .... plaats(en) naar ....

(geef na elk antwoord een enter)

Slide 22 - Open question

This item has no instructions


893,6 x 0,1 =


Slide 23 - Open question

This item has no instructions


893,6 x 0,01 =


Slide 24 - Open question

This item has no instructions


893,6 x 0,001 =


Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Maken: 10.5 Rekenen met decimale getallen

Bestuderen: Theorie 10.4 Decimale getallen

Belangrijke woorden om te onthouden/begrijpen:
vermenigvuldigen met 1000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben jullie vandaag geleerd
over rekenen met decimale getallen?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Heb je nog vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions


746,6 x 0,0001 =


Slide 29 - Open question

This item has no instructions