2V BS 2 verbranding

B1+B2: Stofwisseling & Verbranding
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B1+B2: Stofwisseling & Verbranding

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
3: Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit.
4: Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat.
5: Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Slide 2 - Slide

5

Slide 3 - Video

00:13
Wat is de "brandstof" bij de verbranding van een lucifer?

Slide 4 - Open question

00:43
Wat voor energie maken de cellen in jouw lichaam?
A
Warmte-energie
B
Licht-energie
C
Bewegingsenergie
D
Kern-energie

Slide 5 - Quiz

02:28
Welke stof gebruiken wij in ons lichaam vooral voor de verbranding?

Slide 6 - Open question

04:08
Welke twee stoffen heb je nodig om in je cellen te kunnen verbranden?

Slide 7 - Open question

05:56
Energierijk voedsel

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Zuurstof
Voor verbranding is zuurstof nodig. 

Kunnen we dat bewijzen? 

Slide 10 - Slide

Koolstofdioxide
Koolstofdioxide (CO2) ontstaat bij verbranding, binnen en buiten ons lichaam. 
Ook CO2 kunnen we aantonen... 

Slide 11 - Slide

Verbranding in cellen
  • Verbranding in mitochondrium
  • Ook hier: glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie 

Slide 12 - Slide

Warmbloedig...
...of koudbloedig?

Slide 13 - Slide

Warmbloedige dieren
  • Lichaamstemperatuur altijd ongeveer gelijk (bij ons: 37°C).
  • Veel verbranding nodig om temperatuur zo hoog te houden wanneer de omgeving koud is. 
  • Isolatie
  • Wegtrekken

Slide 14 - Slide

Koudbloedige dieren
  • Lichaamstemperatuur is (ongeveer) gelijk aan de temperatuur van de omgeving. 
  • Omgevingstemperatuur laag? Lichaamstemperatuur ook laag --> Weinig verbranding.
  • Trucjes om warmer te worden bij kou.
  • Winterslaap/rust

Slide 15 - Slide

Gezamelijk
vraag 10 (v)
vraag 8 (H)

Slide 16 - Slide

In afbeelding 4 zie je vijf reageerbuizen met daarin planten en/of dieren. Alleen buis 5 staat in het donker, alle andere buizen staan in het licht.

 

a. In welke buis of buizen wordt glucose gemaakt?
b. In welke buis of buizen wordt glucose verbruikt?
c. In welke buis zit na een aantal uren de meeste zuurstof?
d. In welke buis zit na een aantal uren het minste koolstofdioxide?

Slide 17 - Slide