Communicatie

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie

zet hier je foto

Wat vind jij van communiceren?

Vraag

Wat zijn jouw sterke kanten in het voeren van een gesprek?

Wat wil je leren in het communiceren en gespreksvoering?

Wat is communicatie? 

Het bedoeld of onbedoeld overbrengen van een bepaalde boodschap op iemand anders

Hierbij is altijd sprake van een zender, een ontvanger.

Communicatie en interactie

Communicatie 

• Het overbrengen van informatie van de een naar de ander 
• Informatie overdracht
• Indirecte communicatie/medium 

                   Zender --> Boodschap/Medium--> Ontvanger

                                                    Feedback

Communicatie

Communicatie is goed als:

• De ander begrijpt wat jij bedoelt
  
• Jij begrijpt wat de ander bedoelt

Dit doe je door:

• Vragen te stellen
• Actief te luisteren
• Controleren

Soorten communicatie

• Eenzijdige communicatie
• Tweezijdige communicatie
• Meerzijdigecommunicatie
  

Soorten communicatie

• Eenzijdige communicatie

Zender --> alleen uitzenden 

Ontvanger --> alleen ontvangen

• Tweezijdige communicatie/meerzijdige communicatie 

Mogelijkheid om te reageren 

Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?

Ruis

- Veel lawaai om je heen

- Andere taal

- Van binnenuit --> je bent moe of je vind iemand niet aardig.

- onduidelijk praten

Vraag:

WANNEER HEB JIJ LAST VAN RUIS?

Communicatie

Gesloten vraag:
Kan je alleen ja of nee beantwoorden

• Gaat het goed? 
  
  Open vraag:
  Kan verschillende, vaak langere, antwoorden hebben
• Hoe gaat het met je?
  
  

• Open vragen
• Gesloten vragen
• Doorvragen
• Waarom vragen
  
• Dubbele vragen
• Reflecterende vragen
• Suggestieve vragen

Wat is belangrijk tijdens
het luisteren?

voorbeeld van actief luisteren is

1. luisteren terwijl je sport
2. je vat samen en oordeelt niet wat de ander je zegt.
3. gewoon luisteren
4. luisteren terwijl je op sociale media zit

Parafraseer het volgende:
“Nu mijn man zegt dat hij bij de uitslag van het onderzoek aanwezig wil zijn, weet ik al hoe laat het is, ik ben niet gek”

Parafrase: “u denkt dat uw man al op de hoogte is van de uitslag”

Pas gevoelsreflectie toe:
“Hoe moet het nu met mijn werk?”

Gevoelsreflectie:

”U maakt zich zorgen”

vragen